Aantekeningen
Treffers 151 t/m 200 van 582
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
151 | Geboorteakte gemeente = Smallingerland Soort akte = Geboorteakte Archief locatie = Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum Aktenummer = B 39 Drachten Aangiftedatum = 26-10-1815 Geboortedatum = 25-10-1815 kind = Pal, Fokjen Geslacht = F Vader = Pal, Sietze Gerrits Moeder = Hanekam, Wietske Geerts | Pal, Fokjen (I1218)
|
152 | Geboorteakte gemeente = Smallingerland Soort akte = Geboorteakte Archief locatie = Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum Aktenummer = B 58 Aangiftedatum = 11-11-1818 Geboortedatum = 07-11-1818 kind = Pal, Geert Geslacht = M Vader = Pal, Sietze Gerrits Moeder = Hanekam, Wietske Geerts | Pal, Geert Sytzes (I1197)
|
153 | Geboorteakte gemeente = Weststellingwerf Archief locatie = Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum Aktenummer = A 184 Aangiftedatum = 18-10-1821 Geboortedatum = 17-10-1821 kind = Zee, van der, Fokjen Geslacht = F Vader = Zee, van der, Marten Pieters Moeder = Wagt, van der, Minke Libbes Nadere informatie = Getuige:Antonius Mathijs Meermans Getuige:Elisabeth Maes | van der Zee, Fokjen Martens (I1968)
|
154 | geboren 1795. . . , huwelijksgetuige bij H. W. Koster en T. Waardenburg, stadsdienaar en wonende te Franeker, broeder bruid, zoon van Piebe W, en Aaltje Tuininga; Burgerlijke Stand Harlingen 1835 huwelijken | Gezin: Pieter Pijbes Waardenburg / Marijke Johannes Eestra (F1324247836)
|
155 | geboren 1796 Franeker, overleden 16 sep 1849 Harlingen, huwt met Hilbrand Wijbes Koster op 9 jul 1835 Harlingen, dienstmeid, wonende te laatst te Zweins, thans te Harlingen; dochter van Pijbe W, en Aaltje Tuininga; Burgerlijke Stand Harlingen 1835 huwelijken, 1849 overlijdens; oud 44 jaar, geboren Franeker en wonende te Harlingen. 1839, wijk D74; volkstellingsregister 1839 | Gezin: Hilbrand Wijbes Koster / Trijntje Waardenburg (F1324248220)
|
156 | geboren 7 mei 1799 Franeker, overleden 13 okt 1862 Harlingen, 1e huwt met Catharina Louisa Conradi, 2e huwt met Clara Antoinette Bemp, schoenmaker, Nederlands Hervormd, Vst 4 aug 1854 uit Franeker, overleden wijk G128, huwelijksgetuige bij H. W. Koster en T. Waardenburg, zonder beroep, wonende te Franeker, broeder bruid, 1835, zoon van Piebe W. , en Aaltje ?(Tuininga)?; Burgerlijke Stand Harlingen 1835 huwelijken, 1862 overlijdens, bevolkingsregister Harlingen 1851 F-281, G-135, 159, 163, H-89, 110; | Waardenburg, Jurjen Piebes (I1758)
|
157 | Geboren in Waardenburg, Gelderland!! http://www.genlog.nl/Genealogy/getperson.php?personID=I020159&tree=Labije 1472. (<736) Pyter Pyters Weerdenburgh.- 18 mei 1699. Trouwt op 17 september 1665 in Franeker met Antje Wijnties. Afkomstig uit Waardenburg (Gld). Hij (Petrus Petri) is op 27 januari 1667 benoemd tot promotor aan de Universiteit van Franeker. Een promotor moest de orde handhaven onder de studenten. Het ambt is in 1588 ingesteld. Tot 1614 was de promotor een wachtmeester van de stad Franeker. De promotor werd door de Senaat benoemd en had vier assistenten. In het archief van de Universiteit komen veel meldingen voor van vechtpartijen met en/of geweld tegen de promotor en diens assistenten. __________________________________________________________________________________________________________________________ http://home.wanadoo.nl/m.bourgonjen/Franeker1621/inwprof.htm : EIGENAARS/BEWONERS van huizen te FRANEKER in 1621 en de jaren daarna Bron: Archief Franeker, (Telting) 723, (Obreen) 403 Interneteditie M.H.H. Engels, mei 2009 alleen origineel op http://home.wanadoo.nl/m.bourgonjen/Franeker1621/inwprof.htm, zonder enige toevoeging aan de url "Zuijderquartier Jr Tjalling van Botnia Erven huijs bij d'here Andreas Roorda bewoont, schietende voor IX florenen, sijn mij II florenen gepasseert. Dr. Metius van t' huijs bij hem selffz bewoont V florenen. Dr. Sibrandus van t' huijs bij hem bewoont V florenen. Dr. Winsemius II florenen. Ansck dr. Raphaels weduwe IV florenen. Dr. Scotani weduwe II florenen. Pieter Pieters promotor I oort. Dr. Hania nu Dr. Verhel II florenen. Lateris XX flor. I oort." Ook woonde in diezelfde wijk nog Pieter Pieters promotor, blijkbaar in een klein huisje, wijl de floreenschatting slechts l oort of 2 duiten of een vierde stuiver bedroeg. De titel van promotor doet thans denken aan den professor, die den promovendus een academischen graad, inz. de doctorale waardigheid toekent en den jongen doctor daardoor tot geleerde bevordert, doch in het onderhavige geval was het een academische suppoost, zooveel als chef der politie, belast met het voorkomen van ongeregeldheid en straatschenderij der studenten bij dag en bij nacht, weerspannigen onder de cives academiae aan te houden en voorloopig in des promotors eigen woning op te sluiten, totdat de Senatus Judicialis, de speciale academierechtbank, de zaak der gearresteerden kon berechten. De promotor en zijn assistenten, meestal vier in getal, deden dienst van zeven uur 's avonds - in den zomer later - tot 's nachts ??n, ook wel drie uur, om het toenemend nachtbraken der studenten tegen te gaan. Zij hadden later hun wachthuisjes bij de Westerpoort, aan den ringmuur van het Sternse-slot in de Vijverstraat. Zij vormden een speciale, van die der stad geheel afgezonderde politiemacht, waarvan men bij Mr. Boeles nog het volgende kan aantreffen, zeer onderscheiden van de handhaving der orde en veiligheid in onze tegenwoordige universiteitssteden en daarom hier meegedeeld. De chef of promotor mocht geen andere ambten of bedieningen waarnemen "nochte hem generen met gasterije te houden ofte bier ofte wijntapperije aen te stellen". Allen waren gehouden ook des daags met zijdgeweer gewapend uit te gaan en den Rector en Senaat "in alle publijke Acten der Academie concernerende, eerlijk incleedinge ende met sijdgeweer" ten dienste te staan. Aan emolumenten genoot de promotor in de 17de eeuw voor het opsluiten en loslaten van een student vier stuivers; de adsistenten die daarbij te pas waren gekomen, ontvingen tien cents; voor de bewaking van een gearresteerde was per dag evenveel verschuldigd. Naar eene instructie van 1717 zou "de promotor van het apprehenderen (vangen) der delinquenten en wegens sluiten en ontsluiten genieten twee goudguldens sonder wijders van andere diensten geduurende de detentie yets te pretendeeren; doch wegens het detineeren en bewaaren van deselve delinquenten sal ten profijte van de assistenten volgens oudt gebruijk daar te boven veertien stuijvers worden betaalt". Ook hierin kwam verandering, want ten jare 1808 rapporteerde de Sen. Jud. aan den Minister, dat sinds onheugelijke tijden de promotor voor het opsluiten een achtentwintig (goudgulden of f. 1,40), voor het bezorgen van vuur en licht spijs en drank aan den gedetineerden student dagelijks mede een achtentwintig ontving, terwijl de tot bewaking gestelde adsistent per etmaal ook nog een achtentwintig trok. Naar dezen maatstaf bedroegen de kosten der detentie van de beule studenten die in de aangehaalde zaak van Visser - bij diens ontgroening in den nacht van 22 op 23 Januari 1807 ergerlijk en onbetamelijk mishandeld -, hangende het jurisdictie-geschil van 9 Maart tot 22 Juli 1807 waren opgesloten, f. 606.20, voorzeker geen kleinigheid. Boven deze emolumenten hadden promotor en adsistenten als ?geappoincteerden? gelijk alle gerechtsdienaars een vast weekgeld van 35 stuivers, terwijl de promotor buitendien nog een jaarwedde ad f. 146 trok. De in ons document genoemde Pieter Pieters was de tweede officiant in deze functie, zijn voorganger Anthonis Banger, Sergeant of gecommitteerde Wachtmeester te Franeker, was in 1588 door Gedeputeerde Staten aangesteld ?tot opsiender over die studenten des Universiteyts, omme by soe verre yemandt derzelver studenten tegens sijn Rector ofte anderen hem moedtwillich mochte dragen ofte een ongeregelth. ofte ongetwijmich Leeven leijden, hem ?in dier gevalle ten versoeke van den Rector sal laten gebruijcken?. De aldus in toom gehouden houden ?petulante jeugd? zal in haar studentenjargon wel spoedig het woord ?promotor? als spotnaam hebben ingelascht voor den philister, die haar vrijheid in al te stoute bedrijven belaagde | van Weerdenburgh, Pijter Pijters (I1881)
|
158 | gedood tijdens een steekspel in Frankrijk | van Holland, Floris IV (I3540)
|
159 | gedoopt door ds J. Cuperus | Rook, Jan Peters (I1327)
|
160 | gedoopt ds Brunings | Rook, Trijntje Peters (I1328)
|
161 | gedoopt evang. reform. kirche | Waardenburg, Peter August Gottlieb (I1781)
|
162 | gedoopt op zondag 11 april 1694 in ?s-Gravenzande in aanwezigheid van Dievertje Pieterse. | van Geest, Lourens Cz (I2236)
|
163 | geeen kinderen | Waardenburg, Wieger (I1787)
|
164 | Geeft in 1562 opdracht aan Zacharias Ursinus tot het samenstellen van de Heidelbergse Catechismus | van de Palts, Frederik III (I2993)
|
165 | geen kinderen | Waardenburg, Stef (I1788)
|
166 | Gehuwd op 6 april 1885, Utrecht, Utrecht, Netherlands, met Virginie Emerentienne Idenburg 1865-1925 (Ouders : Petrus Johannes Idenburg 1825-1899 & Rosine Alexandrine Frederike van der Hegge Spies 1835-1914) | Waardenburg, Hermanus (I1764)
|
167 | Gemeente = Smallingerland Aktenummer = 40 Datum = 14-05-1870 Archief locatie = Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum Toegang = 30-33 Inventarisnummer = 2020 Akte = Huwelijksakte Bruidegom = Marten Pal Geboorteplaats bruidegom = Drachten Bruid = Aaltje Meter Geboorteplaats bruid = Drachten Vader bruidegom = Geert Sietzes Pal Moeder bruidegom = Fokjen Martens Zee Vader bruid = Pieter Taekes Meter Moeder bruid = Anna Jacobus Laferte Nadere informatie = Getuige:Joannes Rijken Getuige:Agnes Antonis Getuige:Petrus Antonis | Gezin: Marten Pal / Aaltje Meter (F1324247975)
|
168 | Gemeente = Smallingerland Aktenummer = 47 Datum = 09-03-1842 Archief locatie = Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum Toegang = 30-33 Inventarisnummer = 2009 Akte = Huwelijksakte Bruidegom = Geert Sietzes Pal Geboorteplaats bruidegom = Drachten Bruid = Fokjen Martens van der Zee Geboorteplaats bruid = Steggerda, gemeente Weststellingwerf Vader bruidegom = Sietze Gerrits Pal Moeder bruidegom = Wietske Geerts Hanekam Vader bruid = Marten Pieters Zee Moeder bruid = Minke Libbes Wagt Nadere informatie = Getuige:Joannes Rijken Getuige:Agnes Antonis Getuige:Petrus Antonis | Gezin: Geert Sytzes Pal / Fokjen Martens van der Zee (F1324247992)
|
169 | Gemeente = Smallingerland Soort akte = Overlijdensakte Archief locatie = Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum Aangiftedatum = 11-04-1924 Overlijdensdatum = 10-04-1924 Aktenummer = A 59 Overledene = Pal, Marten Geslacht = M Vader = Pal, Geert Sietzes Moeder = Zee, van der, Fokjen Martens Nadere informatie = Leeftijd: 80 jaar Getuige:Joannes Rijken Getuige:Agnes Antonis Getuige:Petrus Antonis | Pal, Marten (I1211)
|
170 | Gemeente = Steenwijk Aktenummer = 50 Datum = 23-10-1924 Archief locatie = Historisch Centrum Overijssel Toegang = 123 Inventarisnummer = 11549 Akte = Huwelijksakte Bruidegom = Pieter Waardenburg Geboorteplaats bruidegom = Havelte Beroep bruidegom = manufacturier Bruid = Meintje Pal Geboorteplaats bruid = Steenwijk Vader bruidegom = Wieger Waardenburg Beroep vader bruidegom = pompstationmachinist Moeder bruidegom = Cornelia Dirksen Vader bruid = Geert Pal Moeder bruid = Klaasje Rook Beroep moeder bruid = winkelierster Nadere informatie = beroep Bg.: manufacturier; beroep vader Bg.: pompstationmachinist; beroep moeder Bd.: winkelierster | Gezin: Pieter Waardenburg / Meintje Pal (F1324247989)
|
171 | Gemeente: Franeker Soort akte: Geboorteakte Aktenummer: A 139 Aangiftedatum: 18-08-1860 Kind Helena Catharina Waardenburg Geslacht: V Geboortedatum: 17-08-1860 Vader Pieter Jurjens Waardenburg Moeder Catharina Hermanus Wissing Gemeente: Doetinchem Ambt Soort akte: overlijden Aktenummer: 54 Aangiftedatum: 14-05-1888 Overledene Helena Catharina Waardenburg Geslacht: V Overlijdensdatum: 13-05-1888 Overlijdensplaats: Langerak ?(Doetinchem-Ambt)? Vader Pieter Waardenburg Moeder Catharina Wissing Partner Franciscus Diederikus Habbema Relatie: echtgenote Nadere informatie geboortepl: Franeker; oud 27 jaar; beroep overl.: zonder beroep; beroep vader: zonder beroep; beroep moeder: zonder beroep | Waardenburg, Helena Catharina (I1765)
|
172 | Gerold van de Vinzgau (740 - 799) was een Frankische edelman die een belangrijke rol speelde in het bestuur in Zuid-Duitsland. Zijn ouders zijn onbekend. Gerold was getrouwd met Imma, dochter van Hnabi en Hereswind. Gerold en Imma waren schoonouders van Karel de Grote en grootouders van Lodewijk de Vrome. Gerold is afkomstig uit Rijnland had daar en in de Elzas grote bezittingen, Imma had vermoedelijk grote bezittingen in de Bertoldsbaar. Hij was een van de Frankische edelen die in Allemanni? op hoge posities werden benoemd en werd graaf van de Kraichgau en de Anglachgau. Later werd hij ook graaf van de Vinzgau. Hij wordt samen met Imma vermeld in 779 bij een schenking aan het Nazariusklooster en in 784 bij een schenking aan de abdij van Lorsch. In 788 werd hij prefect van Beieren na het afzetten van Tassilo III van Beieren en leverde een belangrijke bijdrage aan de integratie van Beieren in het Frankische rijk. Wordt markgraaf van de Avaarse Mark nadat die in 791 door Karel de Grote is ingesteld. Hij stierf in 799 tijdens een veldtocht tegen de Avaren. | van Vinzgouw van Alamannia, Gerold I (I2390)
|
173 | Gerolf wordt pas sinds laat negentiende eeuw gezien als de stamvader van het Huis van Holland. Dit is gebaseerd op een gedicht uit omstreeks 1120. Daarin worden de graven uit het Huis genoemd, en het gedicht begint met: "De eerste Dirk, broer van Waldger, was een roemrijk man ......" In een ander werk over deze Waldger staat: "Waldgarius Freso, Gerilfi filius", wat te vertalen is als "Waldger de Fries, zoon van Gerulf". Hiermee wordt Gerolf gezien als de vader van Dirk I en als de stamvader van het Hollandse Huis. Vreemd is echter dat Waldger als oudste zoon na de dood van Gerolf het landgoed in Teisterbant kreeg, terwijl zijn jongere broer Dirk het graafschap erfde. Ook vreemd is dat Waldger zijn enige zoon Radboud noemde. Het was in die tijd namelijk gebruikelijk dat de oudste zoon de naam van zijn grootvader kreeg. Er wordt daarom ook wel gedacht dat Gerolf niet de vader maar de pleegvader van Waldger en Dirk was. "Filius" zou in dit geval de betekenis "pleegzoon" kunnen hebben. De meest waarschijnlijke kandidaat voor de biologische vader is Radboud, Heer van Nederfriesland. Deze Radboud sneuvelde in 874 tijdens zijn strijd tegen de Noormannen. Gerolf zou als voogd ook het gebied hebben beheerd dat aan de oudste zoon Waldger nagelaten werd. Dat Dirk vervolgens het graafschap van Gerolf erfde zou komen omdat Gerolf zelf kinderloos bleef. | van Holland, Gerolf II (I2425)
|
174 | Gerrit trouwde voor de tweede keer, 32 jaar oud, op zondag 16 januari 1791 in Pijnacker met Cornelia van der Meer (1758-1813), 32 jaar oud. | Gezin: Gerrit van der Sar / Aagje Bergambacht (F1358327891)
|
175 | Gesprek telefonisch met Geert Waardenburg (1928) 5 februari 2009. Geert Waardenburg is de zoon van de broer van Wessel Waardenburg. In ?. mocht hij als oudste neef een Yad Vashem-onderscheiding voor zijn oom Wessel van de Isra?lische ambassadeur in ontvangst nemen. Wessel was in 1968 overleden. Anna Rooseboom leefde toen nog. Zij kreeg bij die gelegenheid ook een Yad Vashem-onderscheiding. Zij overleed in 1986. "Wij kinderen wisten nergens iets van. Ik wist wel dat er een gedeelte van onze voedselbonnen ergens naar toe gingen, maar niet dat die naar ome Wessel en tante Anna gingen. Ik ben wel in hun huis aan de Kallenkoterallee op bezoek geweest maar heb nooit iets gemerkt. Mijn ouders wisten er wel vanaf maar wij kinderen werden er bewust buiten gehouden. Wessel en Anna wilden ook niets weten van welke onderduikorganisatie dan ook. Ze waren veel te bevreesd voor uitlekken. Als gevolg van tbc was er een been van Wessel geamputeerd. Dat moet al voor zijn kennismaking met Anna geweest zijn. Voor die amputatie werkte Wessel bij mijn vader Pieter Waardenburg als bediende. Mijn vader had een winkel in textiel. Wessel ging met koopwaar de boer op. Na zijn operatie kon hij nog wel wat lopen met een kunstbeen en een stok maar geen afstanden. Ook kon hij wel fietsen op zo'n fiets met ??n trapper. Maar zijn werk kon hij niet meer doen. Zijn inkomen was dus weg. Hij woonde toen nog bij zijn ouders in de Oosterstraat. Toen zijn ouders gestorven waren was Wessel alleen. (Zijn vader stierf in 1940 en zijn moeder was al in 1935 overleden.) Anna heeft toen aan hem voorgesteld om bij haar in huis te komen wonen. Zij hebben zich wel verloofd maar zijn nooit getrouwd. Dat hebben ze zo gedaan omdat Anna als onderwijzeres ontslagen zou worden als zij trouwde. Dat zal in brede kring wel heel wat opzien gebaard hebben maar dat hebben zij getrotseerd. Anna en Wessel waren net als de rest van de familie van gereformeerde huize. Dat is ook de reden geweest dat zij twee joodse onderduikers hebben geholpen. Het was een principi?le keuze. Het initiatief is van Anna uitgegaan. Zij was een heel bijzonder iemand. Iemand die niets voor zichzelf eiste maar in staat was alleen maar te geven. Zij heeft geen geld gevraagd aan de twee onderduikers." Gegevens van grafsteen: Wessel Waardenburg 1-9-1898 9-9-1968 Anna Hendrika Rooseboom 13-4-1896 21-3-1986 Ter gedachtenis aan onze dierbare ontslapenen Ps. 68:2 Opgetekend door JA van Rossum Correctie nav bovenstaande door Geert Waardenburg: De volgende correcties. Het adres van de ouders van Wessel was niet Oosterstraaat maar Rozenstraat 3. Hij woonde na het overlijden van zijn ouders alleen. In 1941 moest hij naar het ziekenhuis waar hij 9 maaand verbleef. daar is tenslotte zijn been geamputeerd. Bij zijn thuiskomst bleeek zijn huis in beslag geneomen te zijn. Waar moest hij naar toe? Toen heeft Anna zich over hem ontfermd en hem in huis genomen. | Rooseboom, Anna Hendrika (I1343)
|
176 | Gesprek telefonisch met Geert Waardenburg (1928) 5 februari 2009. Geert Waardenburg is de zoon van de broer van Wessel Waardenburg. In ?. mocht hij als oudste neef een Yad Vashem-onderscheiding voor zijn oom Wessel van de Isra?lische ambassadeur in ontvangst nemen. Wessel was in 1968 overleden. Anna Rooseboom leefde toen nog. Zij kreeg bij die gelegenheid ook een Yad Vashem-onderscheiding. Zij overleed in 1986. "Wij kinderen wisten nergens iets van. Ik wist wel dat er een gedeelte van onze voedselbonnen ergens naar toe gingen, maar niet dat die naar ome Wessel en tante Anna gingen. Ik ben wel in hun huis aan de Kallenkoterallee op bezoek geweest maar heb nooit iets gemerkt. Mijn ouders wisten er wel vanaf maar wij kinderen werden er bewust buiten gehouden. Wessel en Anna wilden ook niets weten van welke onderduikorganisatie dan ook. Ze waren veel te bevreesd voor uitlekken. Als gevolg van tbc was er een been van Wessel geamputeerd. Dat moet al voor zijn kennismaking met Anna geweest zijn. Voor die amputatie werkte Wessel bij mijn vader Pieter Waardenburg als bediende. Mijn vader had een winkel in textiel. Wessel ging met koopwaar de boer op. Na zijn operatie kon hij nog wel wat lopen met een kunstbeen en een stok maar geen afstanden. Ook kon hij wel fietsen op zo'n fiets met ??n trapper. Maar zijn werk kon hij niet meer doen. Zijn inkomen was dus weg. Hij woonde toen nog bij zijn ouders in de Oosterstraat. Toen zijn ouders gestorven waren was Wessel alleen. (Zijn vader stierf in 1940 en zijn moeder was al in 1935 overleden.) Anna heeft toen aan hem voorgesteld om bij haar in huis te komen wonen. Zij hebben zich wel verloofd maar zijn nooit getrouwd. Dat hebben ze zo gedaan omdat Anna als onderwijzeres ontslagen zou worden als zij trouwde. Dat zal in brede kring wel heel wat opzien gebaard hebben maar dat hebben zij getrotseerd. Anna en Wessel waren net als de rest van de familie van gereformeerde huize. Dat is ook de reden geweest dat zij twee joodse onderduikers hebben geholpen. Het was een principi?le keuze. Het initiatief is van Anna uitgegaan. Zij was een heel bijzonder iemand. Iemand die niets voor zichzelf eiste maar in staat was alleen maar te geven. Zij heeft geen geld gevraagd aan de twee onderduikers." Gegevens van grafsteen: Wessel Waardenburg 1-9-1898 9-9-1968 Anna Hendrika Rooseboom 13-4-1896 21-3-1986 Ter gedachtenis aan onze dierbare ontslapenen Ps. 68:2 Opgetekend door JA van Rossum Correctie nav bovenstaande door Geert Waardenburg: De volgende correcties. Het adres van de ouders van Wessel was niet Oosterstraaat maar Rozenstraat 3. Hij woonde na het overlijden van zijn ouders alleen. In 1941 moest hij naar het ziekenhuis waar hij 9 maaand verbleef. daar is tenslotte zijn been geamputeerd. Bij zijn thuiskomst bleeek zijn huis in beslag geneomen te zijn. Waar moest hij naar toe? Toen heeft Anna zich over hem ontfermd en hem in huis genomen. | Waardenburg, Wessel (I1669)
|
177 | Getuige:Joannes Rijken Getuige:Agnes Antonis Getuige:Petrus Antonis | Gezin: Sytze Gerrits Pal / Wietske Geerts Hanekam (F1324247880)
|
178 | Getuigen: Matthijs van Driessen, Anthonius Josephus Uijt, Izaak Ket en Willem van Oosten "Allen hebben de akte getekend, "except de Bruid, en de moeder derzelve die verklaard hebben hunne namen niet te kunnen schrijven of teekenen." | Gezin: Pieter Broekman / Elisabeth van Geest (F1324247785)
|
179 | Gevierendeeld | Sunilda (I2856)
|
180 | gewezen predikant in India | Scherius, Anthonius (I1392)
|
181 | Gewoond in Steenwijk, Twello eerst Stationsstraat 6, later Stationsstraat 27. Na stoppen met de zaak verhuisd naar Zwolle, eerst van Bosseware, later naar van der Capellenstraat 185 | Waardenburg, Geert (I1650)
|
182 | Gewoond: Vlietlaan 30c, Rotterdam-Kralingen Later te Velp, Rozendaalselaan 35 in Villa Pretoria, dependance van De Beukenhof | Kind, Arie (I896)
|
183 | Ghiselbert Uten Goye Gijsbert uten Goye was ridder, maarschalk van het Sticht en commandeur van de Duitse Orde in Utrecht. [bewerken]Biografie Gijsbert uten Goye wordt 1245-1270 in oorkonden vermeld. Hij was heer van Hagestein en heer van Houten en 't Goy. Voor beide heerlijkheden was hij leenman van de heer van Cuijk. Zijn hoofdburcht was het kasteel ten Goye bij Houten; zijn huis te Hagestein droeg hij in 1251 in leen op aan de graaf van Gelre. Gijsbert is omstreeks 1253 tot ridder geslagen. In 1265-1266 is hij maarschalk van het Sticht. Daarna trekt hij zich uit het wereldlijk leven terug en wordt hij broeder van het Duitse Huis te Utrecht. In 1270 is hij commandeur van deze orde. Hij overlijdt 16 maart 1271. Hij is dan ongeveer 60 jaar oud. Gijsbert werd begraven in de Sint-Annakerk van het oude Duitse Huis buiten de stadsmuren. In de zestiende eeuw is een portret van hem gemaakt als landscommandeur van de Duitse Orde. Gijsbrecht verzoende zich in 1252 met het kapittel van St. Marie, dat hij ruim tien jaar had gehinderd in het bezit van de tienden te Houten en 't Goy. Al in 1227 had Gijsberts vader afstand van zijn aanspraken moeten doen, maar Gijsbert meende er kennelijk toch nog rechten op te hebben. Gijsberts vader was de 'nobilis' of edelvrije Wouter, graaf van Goye, die wordt vermeld 1208-1232. Zijn moeder was Rixa van Amstel, zelf van onvrije of ministeriale afkomst, waardoor ook haar kinderen in deze stand werden geboren. Zoon Gijsbert heeft kennelijk nog geprobeerd te titel 'graaf' te voeren; zijn zegel uit 1252 laat zien dat daarop een woord is uitgestoken, waar deze titel vermoedelijk stond vermeld. Als ridder zegelde Gijsbert met een groot ruiterzegel, waarop hij als ridder te paard staat afgebeeld. Graaf Wouter stamde af van Waldger (verm. 898-928), graaf van Teisterbant en graaf in IJssel en Lek, Nifterlake (Utrecht) en Upgoye. [bewerken]Huwelijk en kinderen Gijsbert was twee maal getrouwd. Zijn eerste vrouw was [Berta] van Woerden, een dochter van Herman III van Woerden. Omstreeks 1260 huwde hij met Mabelia, een zuster van Jan I van Arkel. Van Gijsbert zijn tenminste vier kinderen bekend: Wouter uten Goye, heer van Hagestein en leenheer van Langerak. Hij wordt vermeld 1268-1277, hij overleed in 1281. Wouter werd geen ridder, maar bleef 'knape'. Hij trouwde met een dochter van Jan I van Arkel. Gijsbert uten Goye, heer van Houten en 't Goy; hij wordt vermeld 1277-1300. In 1285 werd hij ridder. Hij was vermoedelijk gehuwd met een dochter uit de familie Van Schalkwijk. Berta uten Goye, abdis van St. Servaas, overleden in 1284. Herman uten Goye, vermeld in 1282. Gijsberts tweede vrouw Mabelia overleed na 12 september 1288, toen zij haar testrament maakte. Zij bezat een huis te Utrecht, in de immuniteit van de Dom, dat zij naliet aan het Domkapittel. Dit huis was een van de zgn. Vier Steenhuizen (Domplein 10-17), die waren gebouwd op de plek waar voordien het keizerlijk paleis Lofen had gestaan. Mabelia, die een dochter was van hr. Herbaren van der Lede, was eerder gehuwd geweest met Godschalk van der Merwede (ovl. na 2 november 1258). Uit dit huwelijk had zij zeker twee zonen: Dani?l II van der Merwede (vermoedelijk de stichter van het Huis te Merwede) en Jan. Getuigen bij het testament waren haar zoons en Jan II van Arkel (13e eeuw). | Uten Goije, Wolterus Domen (I2657)
|
184 | Gosse Ludigman (gekozen 989 en gestorven in 1000) zou de zesde potestaat van Friesland zijn geweest. Voor zijn bestaan zijn geen betrouwbare bronnen. Volgens de kroniek De origine et Rebus gestis Dominorum de Brederode (Over de oorsprong en de daden van de Heren van Brederode), geschreven door de vijftiende-eeuwse karmeliet Johannes a Leydis, woonde Gosse te Staveren, en was hij gehuwd met ene Tetta. Via zijn dochter Thetburga zou hij een van de voorouders zijn van de Heren van Brederode. Hij leefde ten tijde van graaf Arnoud, die zichzelf graaf van Oostergo en Westergo noemde zonder ooit enig gezag te hebben uitgeoefend.Gosse Ludigman (gekozen 989 en gestorven in 1000) zou de zesde potestaat van Friesland zijn geweest. Voor zijn bestaan zijn geen betrouwbare bronnen. Volgens de kroniek De origine et Rebus gestis Dominorum de Brederode (Over de oorsprong en de daden van de Heren van Brederode), geschreven door de vijftiende-eeuwse karmeliet Johannes a Leydis, woonde Gosse te Staveren, en was hij gehuwd met ene Tetta. Via zijn dochter Thetburga zou hij een van de voorouders zijn van de Heren van Brederode. Hij leefde ten tijde van graaf Arnoud, die zichzelf graaf van Oostergo en Westergo noemde zonder ooit enig gezag te hebben uitgeoefend. | von Staveren, Gozewijn (I2352)
|
185 | Graaf in het Westfriese gebied van Maas tot Vlie, bijgenaamd Hierosolymita, vanaf 18-09-993 tot 1039; hij regeerde eerst nog onder voogdij van zijn moeder. Hij verloor Gent en Waas, doch verwierf vermoedelijk Rijnland en Westvlieland, stichtte de burcht te Vlaardingen en vesloeg aldaar in 1018 een rijksleger aangevoerd door de hertog van Neder-Lotharingen, waarmee hij zijn positie vestigde. Voor 1019 huwde hij met Othilde van de Noordmark, uit welk huwelijk vier kinderen bekend zijn, twee zonen en twee dochters. Van zijn zonen volgde Dirk hem als Dirk IV op. Zoon Floris, op wie na het overlijden van Dirk IV de grafelijke titel overging, werd bekend als Floris I. Van de dochters uit het huwelijk van Dirk III huwde Betrade later Dirk van Katlenburg en Swanhilde een zekere Emmo. Dirk III was nog te jong om te regeren toen zijn vader sneuvelde. Daarom nam zijn moeder het bestuur over het graafschap voor hem waar. Gedurende zijn minderjarigheid werd Holland bedreigd door aanvallen van de Friezen. Zijn moeder Liutgarde riep de hulp in van haar zwager, de Duitse keizer Hendrik II. Deze begaf | van Gent, Adelbertus (I2357)
|
186 | Graaf van Holland en behalve in Kennemerland en Texel ook graaf in Maasland, vermeld tussen 10 juni 953 en 1 april 988. Op 25-08-985 schonk Otto III de bezittingen in Maasland, Kennemerland en Texel, die Dirk II tot nu toe in leen had. Dirk II bezit nu het gebied van Maas tot Vlie. Vroeger nam men aan dat hij de zoon is geweest van Dirk I en Geva. Tegenwoordig is men er welhaast zeker van dat er tussen Dirk I en Dirk II nog een graaf met de naam Dirk moet hebben bestaan. Gravin Geva zou dan de echtgenote van deze Dirk I bis geweest moeten zijn. In 938 vond de verloving van de nog erg jonge Dirk II plaats met Hildegard, de dochter van graaf Arnulf I van Vlaanderen. Kort hierna, op 2 of 5 oktober 939, sneuvelde zijn vader (of grootvader) Dirk I in de slag bij Andernach. Omdat Dirk II toen nog maar ongeveer acht jaar oud was, werd hij onder bescherming van zijn aanstaande schoonouders, vermoedelijk in de St. Pieterabdij te Gent, opgevoed. Dirk II moet ergens tussen 941 en 949 meerderjarig geworden zijn (vijftien jaar). Als ??n der eerste zaken regelde hij de bouw van een stenen klooster te Egmond. Dit diende ter vervanging van het houten klooster dat daar door zijn vader voor nonnen was gebouwd. Dirk II bevolkte dit klooster met monniken uit de St. Pietersabdij te Gent. Toen zijn verloofde Hildegard de leeftijd van 12 jaar had bereikt (omstreeks 950) trad hij met haar in het huwelijk. Uit het huwelijk werden in ieder geval drie kinderen geboren, Arnulf, die hem later als Graaf opvolgde, Egbert, die later aartsbisschop van Trier werd, en een dochter Erlindis. Zijn zoon Arnulf werd te Gent geboren (hij werd daarom ook wel Arnulf Gandensis genoemd). Dirk II had veel invloed, ook te Vlaanderen. Na het overlijden van zijn schoonvader Arnulf, op 27 maart 965, trad hij enige tijd op als voogd voor diens opvolger, de minderjarige Arnulf II van Vlaanderen. Hij bezette van 965 tot 988 het graafschap Gent waardoor hij naast leenman van Otto I ook leenman van de Franse koning Lotharius werd. Toen Otto II met Lotharius brak koos Dirk II voor Otto. Zijn zoon en opvolger Arnulf werd in 981 met 12 ruiters met de Duitse keizer meegezonden op diens tocht naar Itali?. Zijn andere zoon Egbert kreeg zijn opleiding bij de broer van de Duitse keizer, Bruno van Keulen. In 976 werd zoon Egbert kanselier van de Duise keizer en in 977 werd hij nog zeer jong aartsbisschop van Trier. Toen de Duitse keizer in 983 overleed ontbrandde er een troonstrijd. Aanvankelijk steunde Dirk de Hertog van Beieren tegen diens jonge neef Otto, maar toen die zich in 985 ten gunste van deze Otto terugtrok, erkende Dirk II deze Otto III toch. Als dank ontving Dirk II goederen en inkomsten in het Maasland (tussen Lier en IJssel), in Kennemerland en op Texel. | van West Friesland, Graaf Dirk II (Diedrich) (I2362)
|
187 | Graaf van Vlaanderen | van Vlaanderen, Arnulf I (I2366)
|
188 | Graaf van Vlaanderen | van Vlaanderen, Boudewijn III (I3101)
|
189 | grafsteen 1620 consistorie Bunschoten | ter Beek, Beerent Jansz (I81)
|
190 | grafsteen 1620 herv.kerk Bunschoten | Heek, Peter Jacobsz (den jongen) (I651)
|
191 | Grafsteen Herv.kerk 1695 | Heijnen, Pieter Jansen (I672)
|
192 | gravin van Holland | van Holland, Adelheid (I2360)
|
193 | Gravin van Nassau | van Nassau, Jutta (I3075)
|
194 | Grietje Vlasvelt belijdenis Oegstgeest 24 december 1694. Weeskamer archief Oegstgeest inv. nr. 2 22 juli 1718 fol. 179vo. GrietjeDirkse Vlasveld overleden te Oegstgeest met vermelding van 5 minderjarige kinderen zonder de vermelding van namen van de kinderen. Handtekeningvan Dammis de Zoete. | Vlasvelt, Grietje Dircksdr. (I1619)
|
195 | Grietje Vlasvelt belijdenis Oegstgeest 24 december 1694. Weeskamer archief Oegstgeest inv. nr. 2 22 juli 1718 fol. 179vo. GrietjeDirkse Vlasveld overleden te Oegstgeest met vermelding van 5 minderjarige kinderen zonder de vermelding van namen van de kinderen. Handtekeningvan Dammis de Zoete. | Vlasvelt, Grietje Dircksdr. (I1619)
|
196 | Gynaecoloog Roosendaal | Pal, Richard Sietze (I1214)
|
197 | HArtog van Alamannia | Imma (I2391)
|
198 | Heeft met Johanna Petronella Menningh nog tussen 1935 en 1937 in Den Haag gewoond en later vanaf 1938 op de Speelmanstraat 59 Soerabaja | Waardenburg, Alexander Willem (I3459)
|
199 | Heer Van Teylingen en Ter Leck | van Teylingen, Hugo (I2343)
|
200 | Hendrik is overleden op zondag 9 juni 1839 om 06:00 in Den Haag, 60 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 11 juni 1839 door Arie van Onselen en Nicolaas Scheffers. | Broekman, Pieter (I280)
|