Aantekeningen |
- Functie Zesde Graaf van Loon:
Gerard van Loon
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Gerard van Loon -1191
Graaf van Loon
Periode 1171-1194
Voorganger Lodewijk I
Opvolger Lodewijk II
Vader Lodewijk I van Loon
Moeder Agnes van Metz
Gerard van Loon was de zesde graaf van het graafschap Loon. Zijn ambtsperiode liep van 1171 tot 1194. Hij was gehuwd met Maria van Gelre, dochter van Hendrik I van Gelre, en nadien met Adelheid van Oberfranken.
In 1179 verwoestten troepen van de prins-bisschop van Luik, Rudolf van Z?hringen de grafelijke burcht. De graaf werd verplicht het Graafschap Duras aan de prins-bisschop af te staan. Gerard verkoos te verhuizen naar het grafelijk slot te Kuringen, het Prinsenhof dat centraler in zijn gebied lag.
Hij stichtte rond 1182 in Kuringen vlakbij zijn residentie, de abdij van Herkenrode. Het grondgebied, in de 13e eeuw ongeveer 3000 ha groot, was eigendom van de graaf. Hij schonk het aan een broeder met de voorwaarde er een klooster voor Cisterci?nzerinnen te stichten. Het was het eerste en werd het grootste vrouwenklooster van die orde in de Nederlanden.
De graaf liet in Kolmont bij Tongeren een tienhoekige toren met een diameter van 16m bouwen.
Gerard nam deel aan de derde kruistocht, onder leiding van keizer Frederik Barbarossa, koning Filips-August van Frankrijk en koning Richard Leeuwenhart van Engeland. Gerard sneuvelde in 1194 in Akko. Zijn gebeente werd teruggebracht naar de abdij van Herkenrode en hij werd er begraven. Meteen werd de abdij de offici?le begraafplaats van de graven van Loon.
Gerard werd opgevolgd door zijn zoon Lodewijk II van Loon. Gerards jongste zoon Arnold volgde dan weer zijn broer Lodewijk op bij diens overlijden.
|