Aantekeningen |
- In 1702 stierf Willem aan longontsteking, als complicatie bij een gebroken sleutelbeen, nadat zijn paard struikelde in een molshoop.
Vanwege zijn kinderloosheid ontstond er een opvolgingsprobleem.
Zelf had hij geprobeerd om Johan Willem Friso, de zoon van de Friese stadhouder Hendrik Casimir (en kleinzoon van Albertine Agnes, dochter van Frederik Hendrik), tot opvolger aan te wijzen.
In Engeland werd Willem echter opgevolgd door Anne, de zuster van Mary.
In Holland werd het Tweede Stadhouderloze Tijdperk uitgeroepen.
Koning Frederik I van Pruisen riep zich tot Prins van Oranje uit, waarbij hij zich beriep op het testament van stadhouder Frederik Hendrik die bepaalde dat bij het uitsterven van de mannelijke lijn van Oranjes, al zijn bezittingen zouden vererven opde nakomelingen van zijn oudste dochter Louise Henriette die de moeder was van Frederik I van Pruisen.
Het Prinsdom Orange ging echter over op het huis Bourbon-Conti en in hun naam verdrijft koning Lodewijk XIV in 1703 alle protestanten uit de stad.
De strijd om de nalatenschap zou zich nog dertig jaar voortslepen.
In 1732 werd tenslotte het Traktaat van Partage getekend. Pruisen kreeg Lingen, Moers en Opper-Gelre, behalve Venlo en Roermond, en zowel Oranje-Nassau als Brandenburg mochten de titel Prins van Oranje voeren.
|