Deel Print Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Treffers 251 t/m 300 van 582

      «Vorige «1 ... 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ... 12» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
251 https://familysearch.org/pal:/MM9.3.1/TH-1951-31139-8188-3?cc=2037907&wc=M99Q-KXM:277218762
image 215 
de Zoete, Klaes (I3245)
 
252 https://familysearch.org/pal:/MM9.3.1/TH-1961-31122-25538-7?cc=2037907&wc=M99Q-KC6:1758171612
Image 440 
Kind, Jacob (I3141)
 
253 https://familysearch.org/pal:/MM9.3.1/TH-1971-31139-8079-79?cc=2037907&wc=M99Q-KXM:277218762
Image 212 
de Soete, Willemina (I3244)
 
254 https://familysearch.org/pal:/MM9.3.1/TH-1971-31139-8123-10?cc=2037907&wc=M99Q-KXM:277218762
Image 211 
de Soete, Claes (I3243)
 
255 https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=20&cad=rja&ved=0CHIQFjAJOAo&url=http%3A%2F%2Fwww.earlydutchbooksonline.nl%2Fnl%2Fview%2Fdownload%2Fdpo%253A10233%253Ampeg21%253A0003&ei=Y9GuUoG4D-O-0QWllYCoCA&usg=AFQjCNFA-w0GvJD9UTBFTlgil5XjNBY_EA&sig2=9Yo_NSZT6RG3N-c4imvrZg

Den 3 dito (oktober 1787), Dirk Waardenburg, van Franeker, oud 56 jaaren
, Secretaris van 't Fitsgericht, beschuldigd met de tekening
van het Declaratoir.
Den 12 Maart 1789 gecondemneerd om 4 jaaren binnen de
Jurisdictie van Franeker te blyven , voorts in de kosten en
misen verweezen.
______________________________________________________

Franeker in de Patriottentijd
In de 18e eeuw raakte de stad in verval, maar in de patriottentijd deed Franeker nog van zich spreken. In
september 1785 werd het tweehonderdjarig bestaan van de Hogeschool gevierd. Prinses Wilhelmina van Pruisen
nam deel aan de feestelijkheden zonder haar echtgenoot, die zich geconfronteerd zag met verlies aan macht en
invloed en al zijn bevoegdheden wilde opgeven: overal in het land waren exercitiegenootschappen opgericht, het
dragen van oranje was sinds enkele weken verboden en in 's Gravenhage was hij uit zijn militaire functie ontzet.
In mei 1787 werd het de studenten en professoren (zoals Johan Valckenaer) verboden deel te nemen aan de
oefeningen van het exercitiegenootschap. De Staten van Friesland vaardigden eind mei bovendien een verbod uit
om wapens aan te schaffen, met als gevolg dat de patriotten zich in hun vrijheid voelden aangetast. Binnen
enkele dagen zouden in Friesland nieuwe regeringsreglementen in werking treden, met strengere
eisen aan de vroedschapsleden. De Staten van Friesland waren bang voor een herhaling van wat zich in augustus
1786 in de stad Utrecht had afgespeeld: daar hadden de landelijk verzamelde exercitiegenootschappen de
prinsgezinde leden van de stadsregering aan de kant gezet. Enkele weken later dreigde een Pruisische inval en meteen werden in sommige plaatsen
defensiegenootschappen opgericht, want het gewest Holland wilde geen excusus aanbieden voor de aanhouding van
de prinses, die naar Goejanverwellesluis was opgebracht. Begin september 1787 trok een tiental rebellerende Friese
statenleden, onder leiding van Court Lambertus van Beyma zich terug in Franeker, nadat Provinciale Staten iedere
steun aan Holland (en de stad Utrecht) verboden had. Franeker werd in staat van verdediging gebracht. Harlingen
weigerde mee te werken en de aanvoer van manschappen, wapens en munitie via Makkum was geen succes. De
discipline was ver te zoeken, de drank vloeide rijkelijk; steun vanuit de bevolking bleef achterwege.
Toen Pruisische troepen steeds meer oprukten naar het Noorden, verlieten de tot wanhoop gedreven leiders op
zondagmiddag 23 september de stad na de kerkdienst. De aftocht verliep zo rommelig en zo overhaast dat ze
vergaten de uiterst belastende, ondertekende declaratoiren (documenten) mee te nemen. De leiders schoven elkaar
de schuld in de schoenen en hadden jaren later nog ruzie, toen ze in Frankrijk hun terugkeer afwachtten.
De kopstukken zijn via Workum, waar de prinsgezinden de stuipen op het lijf werden gejaagd, door te roven en te
schieten, via Lemmer of Stavoren naar Amsterdam gevlucht. Een enkeling vluchtte via Groningen of Ameland naar
Duitsland zoals Eise Eisinga. Een twintigtal patriotten uit Franeker werd gevangen gezet in het blokhuis te
Leeuwarden en veroordeeld. Uiteindelijk zou ook een tiental patriotten uit Bolsward de dupe worden, omdat de raad
van Bolsward als enige stad in Friesland de Pretense Staten had erkend. Zie ook De Patriottentijd in Bolsward. 
Waardenburg, Durk Pytters (I1785)
 
256 https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=20&cad=rja&ved=0CHIQFjAJOAo&url=http%3A%2F%2Fwww.earlydutchbooksonline.nl%2Fnl%2Fview%2Fdownload%2Fdpo%253A10233%253Ampeg21%253A0003&ei=Y9GuUoG4D-O-0QWllYCoCA&usg=AFQjCNFA-w0GvJD9UTBFTlgil5XjNBY_EA&sig2=9Yo_NSZT6RG3N-c4imvrZg

Den 3 dito (oktober 1787), Wiebe Lolcama, van Franeker, oud 25 jaaren,
Luitenant van V Vrycorps, beschuldigd als P. Waardenburg.
Den 19 December 1788 verweezen in eene boete van 1000
G. Guldens , boven de kosten en misen, of, by manquement,
4 jaaren gebannen.

_____________________________________

Franeker in de Patriottentijd
In de 18e eeuw raakte de stad in verval, maar in de patriottentijd deed Franeker nog van zich spreken. In
september 1785 werd het tweehonderdjarig bestaan van de Hogeschool gevierd. Prinses Wilhelmina van Pruisen
nam deel aan de feestelijkheden zonder haar echtgenoot, die zich geconfronteerd zag met verlies aan macht en
invloed en al zijn bevoegdheden wilde opgeven: overal in het land waren exercitiegenootschappen opgericht, het
dragen van oranje was sinds enkele weken verboden en in 's Gravenhage was hij uit zijn militaire functie ontzet.
In mei 1787 werd het de studenten en professoren (zoals Johan Valckenaer) verboden deel te nemen aan de
oefeningen van het exercitiegenootschap. De Staten van Friesland vaardigden eind mei bovendien een verbod uit
om wapens aan te schaffen, met als gevolg dat de patriotten zich in hun vrijheid voelden aangetast. Binnen
enkele dagen zouden in Friesland nieuwe regeringsreglementen in werking treden, met strengere
eisen aan de vroedschapsleden. De Staten van Friesland waren bang voor een herhaling van wat zich in augustus
1786 in de stad Utrecht had afgespeeld: daar hadden de landelijk verzamelde exercitiegenootschappen de
prinsgezinde leden van de stadsregering aan de kant gezet. Enkele weken later dreigde een Pruisische inval en meteen werden in sommige plaatsen
defensiegenootschappen opgericht, want het gewest Holland wilde geen excusus aanbieden voor de aanhouding van
de prinses, die naar Goejanverwellesluis was opgebracht. Begin september 1787 trok een tiental rebellerende Friese
statenleden, onder leiding van Court Lambertus van Beyma zich terug in Franeker, nadat Provinciale Staten iedere
steun aan Holland (en de stad Utrecht) verboden had. Franeker werd in staat van verdediging gebracht. Harlingen
weigerde mee te werken en de aanvoer van manschappen, wapens en munitie via Makkum was geen succes. De
discipline was ver te zoeken, de drank vloeide rijkelijk; steun vanuit de bevolking bleef achterwege.
Toen Pruisische troepen steeds meer oprukten naar het Noorden, verlieten de tot wanhoop gedreven leiders op
zondagmiddag 23 september de stad na de kerkdienst. De aftocht verliep zo rommelig en zo overhaast dat ze
vergaten de uiterst belastende, ondertekende declaratoiren (documenten) mee te nemen. De leiders schoven elkaar
de schuld in de schoenen en hadden jaren later nog ruzie, toen ze in Frankrijk hun terugkeer afwachtten.
De kopstukken zijn via Workum, waar de prinsgezinden de stuipen op het lijf werden gejaagd, door te roven en te
schieten, via Lemmer of Stavoren naar Amsterdam gevlucht. Een enkeling vluchtte via Groningen of Ameland naar
Duitsland zoals Eise Eisinga. Een twintigtal patriotten uit Franeker werd gevangen gezet in het blokhuis te
Leeuwarden en veroordeeld. Uiteindelijk zou ook een tiental patriotten uit Bolsward de dupe worden, omdat de raad
van Bolsward als enige stad in Friesland de Pretense Staten had erkend. Zie ook De Patriottentijd in Bolsward. 
Lolcama, Wybe (I2113)
 
257 https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/amsterdam/53/82826cae-6a3c-425b-b541-c3e0ced1b51b Waardenburg, Jelte (I3618)
 
258 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Waardenburg, Frederik Alexander (I3464)
 
259 Huwelijk met Sjoukje Gatzes Bijlsma op 16 januari 1813 te Witmarsum, Friesland
De familie Waardenburg komt 2 keer in deze stamboom voor; er zijn namelijk een achterneef en een achternicht met elkaar getrouwd: Klaas de Jong senior (zijn grootmoeder was Janke Waardenburg) en Maria Dorothea van Domburg (haar grootvader was Folkert Waardenburg, van haar moeders kant). Folkert Waardenburg en Janke Waardenburg zijn broer en zus. Hun ouders heetten Thijs Folkerts Waardenburg en Sjoukje Gatzes Bijlsma. 
Waardenburg, Thijs Folkerts (I1675)
 
260 Huwelijk: met Annegien Vos, 2 januari 1890 te Hoogezand, Groningen. Op 9 juni 1911 vestigt het gezin zich in Woubrugge. Eerst woont het gezin aan boord van het schip (zie fotogalerij) Enige tijd later betrekken ze een woning aan het Noordeinde; dat is nu de Boddens Hosangweg. de Jong, Romke (I859)
 
261 II. KLAASJE ROOK: , geboren op 14 augustus 1874 in Steenwijk OV. KLAASJE is overleden op 7 mei 1934 in Steenwijk OV, 59 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op 7 mei 1934 [bron: Aktenummer 26]. KLAASJE:

(1) trouwde, 20 jaar oud, op 24 december 1894 in Steenwijk OV [bron: Aktenummer 55] met GEERT PAL, 20 jaar oud. GEERT is geboren op 19 februari 1874 in Drachten, zoon van SIETZE PAL en JANKE DE JONG. Van de geboorte is aangifte gedaan op 20 februari 1874 [bron: Aktenummer 52]. GEERT is overleden op 7 januari 1924 in Steenwijk OV, 49 jaar oud.

(2) trouwde, 54 jaar oud, op 2 oktober 1928 in Steenwijk OV [bron: Aktenummer 47] met STEFENUS DE BOCK, 61 jaar oud. STEFENUS is geboren op 9 augustus 1867 in Steenwijk OV, zoon van BEERENT AARNOUT DE BOCK en GEZINA ELIZABETH PRINS. Van de geboorte is aangifte gedaan op 9 augustus 1867 [bron: Aktenummer 99]. STEFENUS is overleden op 20 juli 1943 in Steenwijk OV, 75 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op 21 juli 1943 [bron: Aktenummer 40]. 
Gezin: Geert Pal / Klaasje Rook (F1324247990)
 
262 II. KLAASJE ROOK: , geboren op 14 augustus 1874 in Steenwijk OV. KLAASJE is overleden op 7 mei 1934 in Steenwijk OV, 59 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op 7 mei 1934 [bron: Aktenummer 26]. KLAASJE:

(1) trouwde, 20 jaar oud, op 24 december 1894 in Steenwijk OV [bron: Aktenummer 55] met GEERT PAL, 20 jaar oud. GEERT is geboren op 19 februari 1874 in Drachten, zoon van SIETZE PAL en JANKE DE JONG. Van de geboorte is aangifte gedaan op 20 februari 1874 [bron: Aktenummer 52]. GEERT is overleden op 7 januari 1924 in Steenwijk OV, 49 jaar oud.

(2) trouwde, 54 jaar oud, op 2 oktober 1928 in Steenwijk OV [bron: Aktenummer 47] met STEFENUS DE BOCK, 61 jaar oud. STEFENUS is geboren op 9 augustus 1867 in Steenwijk OV, zoon van BEERENT AARNOUT DE BOCK en GEZINA ELIZABETH PRINS. Van de geboorte is aangifte gedaan op 9 augustus 1867 [bron: Aktenummer 99]. STEFENUS is overleden op 20 juli 1943 in Steenwijk OV, 75 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op 21 juli 1943 [bron: Aktenummer 40]. 
Gezin: Stefenus de Bock / Klaasje Rook (F1324248230)
 
263 ij is overleden 413, hij was toen 43 jaar oud.[ Bron 1 ]
Oorzaak: enthauptet
Titel: Kg. d. Franken 420 
van Franken, Theodemer (I2820)
 
264 IJsbrandt en zijn vader Dirck pachten in 1415-1425, 24 morgen land in Popswoude van de Duitse Orde. IJsbrandt koopt in 1428 van Jan HEERMAN de helft van 6 morgen land op de Harnasch. Koopt 10 hond land onder het Ambacht Kethel 22-11-1438. Bij een landverpachting in Kethel in 1457 als belender genoemd Gezin: IJsbrand Dirckz van der Woert / Hadewij van Hodenpijl (F1578229498)
 
265 Ik heb aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Manasse Franchoysz. van Winnenseel http://www.genealogieonline.nl/genealogie-waardenburg/I1419.php.
Manasse is in ondertrouw 26-4-1619 Leiden met Olivae Florisdr. Mahieus Hij is zoon van Franchoys van Winneseel en Annetje Bodaers. Zij zijn in ondertrouw in Leiden 8-7-1589 en komen uit Belle. Franchoys getuigen zijn zijn oom Franschoys Perret en zijn cousijn Donaes Loor van Annetje is het haar moeder Jacomijntgen Bodaers. Jacomijntje Bodaers van Belle is in ondertrouw in Leiden 14-7-1606 met Jan Deskant van Nieuwpoort zij was wed. van Anthonis Deldijcke. getuigen van haar waren Tanneke Anniers nicht en Tanneke Bodaers zuster.
Mannasse had een broer Daniel die geh. was met Maria de Cane waarbij Franchoys getuigen was en 2e geh. met Rebecca Roosebeecke. Bij Daniels kinderen waren getuigen Abraham Winneseel en Rebecca Winneseel. Rebecca en Abraham zijn zo goed als zeker ook een broer en zus van Manasse. Rebecca is geh. met Jonas Lodewijks 29-1-1640 getuigen waren Abraham en Manasse van Winneseele, Olijve Floris en Neeltje Gerrts.
Mannasse en Olijve hebben in elk geval drie kinderen Neeltien ged. 17-3-1624 get. Abraham Winneseel en nog meer , Elisabeth(Lijsbeth)ged. 21-12-1625 get Abraham van Winneseel en een Neeltien van Winnenseel en nog meer , Hester ged. 21-2-1629 zij was geh. met Joost Maeljaerts. De naam van Winneseel wordt op verschillende manieren geschreven. Olijve Florisdr moeder was Kathalijne Jaspers. Mijn mans kant komt van Arnout de Soete en Elisabeth Manassesdr. van Winneseel.
Ik heb nog meer kinderen van Winneseel met een hele boel getuigen bij dopen.

Vriendelijke groeten
Frederika van Spronsen-Roem ( Roem@online.nl ) 
van Winnenseel, Manasse Franchoysz. (I1938)
 
266 In 1702 stierf Willem aan longontsteking, als complicatie bij een gebroken sleutelbeen, nadat zijn paard struikelde in een molshoop.
Vanwege zijn kinderloosheid ontstond er een opvolgingsprobleem.
Zelf had hij geprobeerd om Johan Willem Friso, de zoon van de Friese stadhouder Hendrik Casimir (en kleinzoon van Albertine Agnes, dochter van Frederik Hendrik), tot opvolger aan te wijzen.
In Engeland werd Willem echter opgevolgd door Anne, de zuster van Mary.
In Holland werd het Tweede Stadhouderloze Tijdperk uitgeroepen.
Koning Frederik I van Pruisen riep zich tot Prins van Oranje uit, waarbij hij zich beriep op het testament van stadhouder Frederik Hendrik die bepaalde dat bij het uitsterven van de mannelijke lijn van Oranjes, al zijn bezittingen zouden vererven opde nakomelingen van zijn oudste dochter Louise Henriette die de moeder was van Frederik I van Pruisen.
Het Prinsdom Orange ging echter over op het huis Bourbon-Conti en in hun naam verdrijft koning Lodewijk XIV in 1703 alle protestanten uit de stad.
De strijd om de nalatenschap zou zich nog dertig jaar voortslepen.
In 1732 werd tenslotte het Traktaat van Partage getekend. Pruisen kreeg Lingen, Moers en Opper-Gelre, behalve Venlo en Roermond, en zowel Oranje-Nassau als Brandenburg mochten de titel Prins van Oranje voeren. 
van Oranje Nassau, Willem III Hendrik (I2931)
 
267 In de overlijdensakte van januari 1812 staat als leeftijd 61 jaar vermeld. van Geest, Marinus Cornelis (I2232)
 
268 In de overlijdensakte van januari 1812 staat als leeftijd 61 jaar vermeld. van Geest, Marinus Cornelis (I2232)
 
269 In het uittreksel op de site van het BHIC staat onder meer:
Plaats: Ginneken
Bron: GA Breda
Gezindte: RK
Naam kind: Henricus
Datum doop: 1778-08-26
Naam vader: Henricus Broekman
Naam moeder: Sophie van Blerck
Naam peter: Gerardus Broekman
Naam meter: Joanna van Alphen
Opmerkingen: vader uit Beek, Hertogdom Kleef, moeder uit ?s Gravenhage
Hendrik is overleden op zondag 9 juni 1839 om 06:00 in Den Haag, 60 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 11 juni 1839 door Arie van Onselen en Nicolaas Scheffers.
Beroepen: journalier (dagwerker) (1812), arbeider (1815), werkman (1832), tuinman (1839) 
Broekman, Hendrik (I2228)
 
270 In het uittreksel op de site van het BHIC staat onder meer:
Plaats: Ginneken
Bron: GA Breda
Gezindte: RK
Naam kind: Henricus
Datum doop: 1778-08-26
Naam vader: Henricus Broekman
Naam moeder: Sophie van Blerck
Naam peter: Gerardus Broekman
Naam meter: Joanna van Alphen
Opmerkingen: vader uit Beek, Hertogdom Kleef, moeder uit ?s Gravenhage 
Broekman, Pieter (I280)
 
271 In Memoriam in het Reformatorisch Dagblad:
https://www.digibron.nl/search/detail/012ea3cb95798e4d9e666877/twee-predikanten-overleden 
Waardenburg, George Johannes (I3266)
 
272 In Memoriam Prof. Dr J.D.J.Waardenburg

15 maart 1930 - 8 april 2015

Jacobus Diederik Jan Waardeburg was de oudste van drie kinderen van het hervormde predikantenechtpaar Waardenburg-Lindeijer in Haarlem. Zijn moeder was de eerste vrouw die als ingenieur afstudeerde in Delft. Hij was gehuwd met de Arabiste Hilary Kilpatrick en werd de vader van twee zonen George en Johannes.

Waardenburg studeerde eerst rechten en daarna theologie en godsdienstfenomenologie aan de Universiteit van Amsterdam, en vervolgens Arabisch en islam in Amsterdam, Leiden en Parijs. Hij promoveerde op 7 juli 1961 aan de Universiteit van Amsterdam bij professor C.J. Bleeker over L?islam dans le miroir de l?occident (Islam in de spiegel van het Westen). Het werd twee maal herdrukt.

Hij analyseerde in zijn proefschrift vijf islamkenners , die in de eerste helft van de 20ste eeuw toonaangevend waren. De Joodse Hongaar Ignaz Goldziher; de Nederlandse Leidse hoogleraar Christiaan Snouck Hurgronje, die als ?moslim? schreef over Mekka en zijn regering adviseerde in Nederlands Oost-Indi? ; de Duitse geleerde C.H. Becker; de Amerikaan D.B. Macdonald in Hartford. Daar werden ook zendelingen voor de moslimwereld opgeleid; tenslotte Louis Massignon die zich onder meer specialiseerde in moslimmystiek. Waardenburg zou van deze vijf grootmeesters alleen Louis Massignon nog goed leren kennen. Toch werd hij zelf geen leerling van Massignon. Massignon zou een positieve invloed uitoefenen op het denken over de islam in de R.K.Kerk.

Met een V.N. beurs bestudeerde hij de universiteiten in de moslimwereld en schreef daarover een tweedelige studie. Van 1962-1963 was hij ?research associate? aan de McGill-universiteit in Montreal bij W.C. Smith. Vanaf 1964-1968 doceerde Waardenburg Arabisch en geschiedenis van het MO aan de Universiteit van Californi?. Van 1968 tot 1987 was hij verbonden aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, sinds 1980 als hoogleraar islam en fenomenologie. Hij doceerde in die periode ook islam aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland in Kampen.

Waardenburg was van 1987 tot 1995 hoogleraar godsdienstwetenschap aan de universiteit van Lausanne. Hij was medeoprichter en eerste voorzitter van de Vereniging voor de studie van het Midden-Oosten en de Islam (in de wandeling de MOI, tot voor kort de uitgever van ZEMZEM). Hij ontving eredoctoraten in Helsinki, Montreal en Jena. Zijn maatschappelijke betrokkenheid toonde hij als voorzitter van de naar hem genoemde commissie. In opdracht van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur bracht deze niet-ambtelijke commissie in januari 1983 een beleidsadvies uit betreffende Religieuze Voorzieningen voor Etnische Minderheden in Nederland ( 1983, 208 blz.). De Tweede Kamer nam de adviezen niet over. Als lid van de commissie maakte ik mee hoe hij zijn gesprekspartners door zijn scherpzinnige, maar tevens sympathieke vragen los kreeg. Hij won in die periode voorgoed het vertrouwen van moslims en hindoes in Nederland. Tijdens zijn Utrechtse periode hield hij ook lezingen overal in Nederland over de islam.

In Nederland werd Waardenburg vooral bekend als redacteur en mede-auteur van een veel gebruikt handboek: Islam: Norm, ideaal en werkelijkheid (1984). Van de vijfde, herziene en met een hoofdstuk over Europa aangevulde druk in 2000, verscheen in 2006 nog een nieuwe editie. ?Reprints on demand? vinden nog steeds plaats. Hij vroeg mij de vijfde druk te verzorgen, hetgeen leidde tot een zeer intensief contact tussen Lausanne en Leusden. Het succes van dit boek was mede te danken aan het feit dat Waardenburg de medewerking had gezocht van enkele bekende buitenlandse geleerden als M. Gilsenan, J. Jomier en W. Montgomery Watt en verder van deskundigen van bijna alle Nederlandse universiteiten met een afdeling voor islamstudie. Publicaties van Waardenburg vallen bovendien op door zeer uitgebreide bibliografische en historische overzichten, kaarten, statistieken, registers en andere relevante informatie, zoals suggesties hoe de lezers zelf up to date kunnen blijven. Hij zal vooral als wetenschapper worden herinnerd.

De keuze van het onderwerp van Waardenburgs proefschrift zou programmatisch worden voor zijn verdere oeuvre. Op drie onderling verbonden onderzoeksgebieden voortvloeiend uit zijn dissertatie zou hij bijzondere bijdragen leveren: (1) geschiedenis van de bestudering van de islam (2) methodologie dat wil zeggen zoeken naar de meest adequate methode om een godsdienst te bestuderen (3) relaties tussen christendom en islam.

Geschiedenis van de bestudering van de islam .Voor een samenvatting en afronding van vele studies op dit terrein attendeer ik op Waardenburg ?s artikel over de Mustashrik?n, orientalists, in The Encyclopaedia of Islam, New Edition, Leiden, 1993, IV, 735-753. Dit lemma geeft een overzicht over een periode van enkele eeuwen van de op- en ondergang van de ori?ntalistiek, maar dan vooral voor het onderdeel betreffende de bestudering van de islam. Dit werk is in elke universiteitsbibliotheek te raadplegen. Het is ook tegen betaling online toegankelijk.
Methodologie
Omdat hij zich niet kon vereenzelvigen met de methodiek van grote voorgangers of tijdgenoten, bleef Waardenburg zijn leven lang zoeken naar de beste bij hem passende eigen methode om religies te bestuderen. De traditionele fenomenologie schoot volgens hem met name bij de bestudering van de islam tekort. Hij gaf van zijn eigen werkwijze voorbeelden in de genoemde publicaties. Volgens Waardenburg moet een godsdienstwetenschapper literaire kwaliteiten hebben en laten merken dat de auteur zelf geraakt is door zijn onderwerp. Het eindresultaat moet tonen waarom het beschreven fenomeen relevant is voor de gelovige van de betreffende religie. Een moslim moet zijn religie in de tekst kunnen herkennen. Zie hierover: Religie onder de loep, uitgeverij Ambo, 1990. Het verscheen ook in het Duits en Frans.

Waardenburg was jarenlang de ?general editor? van de serie Religion and Reason. Hij schreef zelf ook voor deze serie. Waardenburg nam actief deel aan congressen van vakgenoten. Bijdragen aan die congressen werden gebundeld in: Islam. Historical, Social and Political Perspectives, Religion and Reason, Volume 40, 2002 , 436 blz. Zie mijn bespreking in Bibliotheca Orientalis, Leiden, Vol. LXIV, no 5-6 september-december 2007, 784-789 .

Relaties tussen christendom en islam
Bij de bestudering van de relaties tussen islam en christendom had Waardenburg een scherp oog voor moslim visies. Zie onder meer onder zijn redactie : Muslim Perceptions of other religions , (1999) en als auteur Muslims and Others Relations in Context (2003). Ook redigeerde hij Islam and Christianity Mutual Perceptions Since the Mid-20th Century (Leuven, 1998) en Muslim-Christian Perceptions of Dialogue Today Experiences and Expectations (Leuven, 2000). Waardenburg bezocht enkele malen internationale- en Europese conferenties van christen islamologen, de Journ?es Romaines en de Journ?es d?Arras, onder meer in Rome en Marseille, en leverde daaraan waardevolle bijdragen. In 1984 was Waardenburg in Helsinki copromotor van Seppo Syrj?nen: In Search of Meaning and Identity, Conversion to Christianity in Pakistani Culture (243 blz) . Syrj?nen was staflid van het Christian Study Centre in Rawalpindi in Pakistan. Hij volgde Waardenburg?s werkwijze. De Zwitser Jean-Claude Basset promoveerde in 1996 bij hem over Le dialogue interreligieux, Histoire et Avenir (503 blz.). Zelf organiseerde Waardenburg in Lausanne kleine symposia van vakgenoten, waaraan ik goede herinneringen bewaar. Hij laat een uitgebreid oeuvre na. Een goede bibliografie van zijn publicaties staat in de Wikipedia onder zijn naam.

Afscheid

Waardenburg werd vanaf januari 2014 als Alzheimer pati?nt verzorgd in de Amerhorst. De afscheidsdienst voorafgaand aan de crematie vond plaats op 15 april 2015 in de Fonteinkerk in Amersfoort. De as zal in Lausanne worden bijgezet. Waardenburg laat een uitgebreid oeuvre na. Velen, wereldwijd, zijn dankbaar voor zijn collegialiteit, inspiratie en vriendschap. - Jan Slomp, Leusden, juni 2015 
Waardenburg, Jacobus Diederik Jan (I3284)
 
273 Jan van Nassau trouwde driemaal:
Elisabeth van Leuchtenberg (1537-1579), uit dit huwelijk (Dillenburg, 16 juni 1559) de volgende kinderen:
Willem Lodewijk (1560-1620), stadhouder van Friesland (1584-1620), trouwde met Anna van Nassau (1562-1588)
Jan VII (1561-1623)
George (1562-1623)
Elisabeth (1564-1611), in 1583 gehuwd met Filips IV van Nassau-Weilburg en in 1603 met Wolfgang Ernst I van Isenburg-Birstein,
Juliana (1565-1606)
Filips (1566-1595)
Maria (1568-1625), gehuwd met Johan Lodewijk I van Nassau-Wiesbaden-Idstein,
Anna Sibylla (1569-1576), jong gestorven
Mathilde (1570-1625), getrouwd met Willem V, graaf van Mansfeld-Arnstein
Albert (1572, datzelfde jaar overleden)
Ernst Casimir (1573-1632), Graaf van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland (1620-1632), trouwde in 1597 met Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenb?ttel (1583-1642)
Lodewijk Gunther (1575-1604)
doodgeboren zoon (1579)
Cunigonda Jacoba van de Palts (1556-1586), uit dit huwelijk (Dillenburg, 13 september 1580) de volgende kinderen
doodgeboren zoon (1581)
Maria Amalia (1582-1635)
Cunegonda (1583-1584)
doodgeboren zoon (1585)
Johannetta van Sayn-Wittgenstein (1561-1622), uit dit huwellijk (Berleburg, 14 juni 1586)
George Lodewijk (1588, leefde 4 dagen)
Johan Lodewijk (1590-1653)
Johanetta Elisabeth (1593-1654)
Anna Johanna (1594-1654), huwt in 1619 met Joan Wolfert van Brederode, veldmaarschalk in het Staatse leger.
Magdalena (1595-1633)
Anna Amalia (1599-1667)
Juliana (1602, datzelfde jaar overleden) 
Gezin: Jan VI van Nassau-Dillenburg / Elisabeth van Leuchtenberg (F1358664495)
 
274 Jan's volledige naam is Petrus Johannes Baptiste Romar, overleden 05-02-1791, getrouwd te Peins 27-10-1782.

De vader van Jan is Pierre Jean Baptiste Reyse (of Reyne) de Romar. Later Petrus Romar genoemd. Deze is op 17-10-1740 burger van Franeker geworden en op 07-01-1762 te Franeker overleden. Trouwde in Franeker op 02-051741 met Johanna Johannes. Beroep boekverkoper.

Jan is een jongere broer van Dionysius (ged. Franeker 19-07-1741 en overleden Franeker 10-04-1814. Dionysius is ook boekverkoper en drukker. 
Romar, Petrus Johannes Baptiste (Jan) (I1313)
 
275 Johan Willem Friso (Dessau, 4 augustus 1687 ? Strijensas, 14 juli 1711) was Vorst van Nassau-Dietz (1696-1711), Prins van Oranje (1702-1711) en stadhouder van Friesland (1707-1711) en Groningen (1708-1711).
Hij was de zoon van Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz en Henri?tte Amalia van Anhalt-Dessau. Bij het overlijden van zijn vader in 1696 werd hij vorst van Nassau-Dietz en tot stadhouder benoemd van de gewesten Friesland en Groningen. Zijn moeder trad op als regentes tot 1707. Toen nam Johan Willem Friso de functie van stadhouder van Friesland daadwerkelijk op zich, en in 1708, toen hij meerderjarig werd tevens het stadhouderschap van Groningen.
Als enige erfgenaam van zijn achterneef stadhouder Willem III, die in 1702 overleed, erfde hij de titel Prins van Oranje. Echter, direct na het openvallen van het testament, maakten ook de Fransman Frans Lodewijk van Bourbon-Conti en Willems neef Frederik I van Pruisen aanspraak op de titel Prins van Oranje. In 1711 werd besloten de erfeniskwestie in Den Haag te bespreken.
Johan Willem Friso nam als generaal deel aan de Spaanse Successieoorlog. Bij de slag bij Malplaquet op 11 september 1709, ontstond een misverstand tussen hem en de Britse commandant, Marlborough. Hierdoor verloren vele duizenden Nederlanders het leven in deze bloedige veldslag. De slag werd toch beslist in het voordeel van de geallieerden. Op weg naar Den Haag i.v.m. een bespreking met zijn rivaal voor de titel, Frederik van Pruisen, over de erfenis verdronk de 23-jarige Johan Willem Friso op 14 juli 1711 bij de oversteek van Moerdijk naar Strijensas over het Hollandsch Diep. Kort daarna, op 1 september 1711, werd zijn zoon Willem IV van Oranje-Nassau geboren. Op 25 februari 1712, ruim 7 maanden na zijn dood, werd Johan Willem Friso begraven in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden.
Het oudste Nederlandse infanterieregiment werd naar hem genoemd: het Regiment Infanterie Johan Willem Friso. Ook de mars "De jonge Prins van Friesland" die bij bijzondere gelegenheden en als eerbetoon aan de Minister van Defensie wordt gespeeld, verwijst naar deze prins. Ook is er een kazerne in Assen naar hem vernoemd.

_____________________________________________________________

Alle regerende Europese vorsten stammen van Johan Willem Friso af!!
_____________________________________________________________

Johan Willem Friso (1687-1711), Prins van Oranje en Vorst van Nassau-Dietz, had maar twee kinderen. Toch stammen alle Europese gekroonde hoofden van hem af. Met een afstand van negen ? elf generaties tot de huidige Vorsten is hij zelfs hun meest recente gemeenschappelijke voorouder. Het lijkt bijna onmogelijk maar gedegen onderzoek wijst uit dat dit - vreemd genoeg - wel het geval is.


Johan Willem Friso, Prins van Oranje Vorst van Nassau-Dietz

Johan Willem Friso (Dessau, 4 augustus 1687 ? Strijensas, 14 juli 1711) was Vorst van Nassau-Dietz (1696-1711), Prins van Oranje (1702-1711) en Stadhouder van Friesland (1707-1711) en Groningen (1708-1711). Hij was de zoon van Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz en Henri?tte Amalia van Anhalt-Dessau. Bij het overlijden van zijn vader in 1696 werd hij Vorst van Nassau-Dietz en tot Stadhouder benoemd van de gewesten Friesland en Groningen. Zijn moeder trad op als regentes tot 1707. Toen nam Johan Willem Friso de functie van Stadhouder van Friesland daadwerkelijk op zich, en in 1708, toen hij meerderjarig werd tevens het Stadhouderschap van Groningen.

Als enige erfgenaam van zijn achterneef Stadhouder Willem III, die in 1702 overleed, erfde hij de titel Prins van Oranje. Echter, direct na het openvallen van het testament, maakten ook de Fransman Frans Lodewijk van Bourbon-Conti en Willems neef Frederik I van Pruisen aanspraak op de titel Prins van Oranje. In 1711 werd besloten de erfeniskwestie in Den Haag te bespreken. Johan Willem Friso nam als generaal deel aan de Spaanse Successieoorlog. Bij de slag bij Malplaquet op 11 september 1709, ontstond een misverstand tussen hem en de Britse commandant, Marlborough. Hierdoor verloren vele duizenden Nederlanders het leven in deze bloedige veldslag. De slag werd toch beslist in het voordeel van de geallieerden.

Op 14 juli 1711 kwam Johan Willem Friso aan bij de Moerdijk nabij Strijensas. Hier wilde hij het Hollandsch Diep oversteken om zo naar Den Haag te kunnen, in verband met een bespreking met zijn rivaal, Frederik van Pruisen, over de erfenis van zijn achterneef Koning-Stadhouder Willem III. Het weer was goed, maar er leek een flinke bui op komst. De Prins liet zijn boot bij een groter vaartuig aanleggen. Om het zelf droog te houden, nam hij plaats in een klein vissersvaartuig waarop zijn koets verscheept stond. Toen de boot bijna de overkant had bereikt, was de bui uitgebleven. Johan Willem Friso was inmiddels uit zijn koets gekomen. De schipper moest de zeilen nog even wenden en daarna kon het gezelschap aan land gaan. Echter, de zeilen weigerden
en plots kwam er een flinke windvlaag aanzetten.

Deze vulde het zeil en de boot helde over en schepte water. Alle opvarenden vielen overboord. E?n persoon (Du Tour) wist zich aan de portierkruk van de koets vast te klemmen. Prins Johan Willem Friso klemde zich weer aan hem vast, maar kon hem niet vasthouden toen een golf hem meesleurde. De schipper zette tevergeefs een reddingsactie op touw: de jonge Prins verdronk, evenals zijn kamerheer. De overige opvarenden konden wel worden gered. Pas acht dagen na het ongeluk zag een schipper het lijk van de Prins drijven, op ongeveer de plaats van het ongeluk. Op 25 februari 1712, ruim 7 maanden na zijn dood, werd Johan Willem Friso begraven in de Grafkelder van de Friesche Nassau's in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden.

Johan Willem Friso trouwde op 26 april 1709 te Kassel met Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765).
Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:

Anna Charlotte Amalia (1710-1777), gehuwd met Frederik van Baden-Durlach (1703-1732)
Willem IV Karel Hendrik Friso (1711-1751), gehuwd met Anna van Hannover (1709-1759). Willem IV werd na het overlijden van zijn vader geboren.
Hoewel Johan Willem Friso slechts twee kinderen had, stammen alle regerende Vorsten in Europa van hem af door de succesvolle huwelijkspolitiek van zijn nazaten. Hieronder een overzicht van de grote verwevenheid van de nazaten van het Geslacht Nassau-Dietz.
(http://www.hethuisvanoranje.nl/16%20Soevereine%20Vorstenhuizen/Indexsoevereinevorstenhuizen.html) 
van Nassau-Dietz, Johan Willem Friso (I2938)
 
276 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Waardenburg, Hendrik Cornelis (I3249)
 
277 Johannes Pieterszen Bergambacht, jongeman, Soeterwoude, wonend: Berkel
Aagtje Claasse van der Ende, jongedochter, Berkel, wonend: Berkel
Zij trouwden Pro Deo. 
Gezin: Johannes Pietersz Bergambacht / Aagje Klaas van der Ende (F1358327901)
 
278 Jonkheer van Cuyck van Mierop (I3085)
 
279 Jonkheer van Cuyck van Mierop, Cornelis (I3087)
 
280 juli 1985 overleden Balfour, Annabelle (I70)
 
281 K?nig der Burgunder. van Bourgondie, Ovida (I2791)
 
282 K?nig der Burgunder. van Bourgondie, Hilderich (I2792)
 
283 K?nig der Burgunder. van Bourgondie, Guntharich III (I2793)
 
284 K?nig der Burgunder. van Bourgondie, Gundomar (I2794)
 
285 K?nig der Burgunder. van Bourgondie, Gibich (I2795)
 
286 K?nig der Franken van Franken, Chlodio Merowech (I2819)
 
287 K?nig der Ostgoten 463.. Theodemir (I2845)
 
288 K?nig der Ostgoten. Wandilarius (I2847)
 
289 K?nig der Ostgoten. Vultuulf (I2848)
 
290 K?nig der Ostgoten. Achiulf (I2849)
 
291 K?nig der Ostgoten. Athal (I2850)
 
292 K?nig der Ostgoten. Hunild (I2851)
 
293 K?nig der Ostgoten. Ostrogotha (I2852)
 
294 K?nig der Ostgoten. Isarna (I2853)
 
295 K?nig der Ostgoten. Amal (I2854)
 
296 K?nig der Rheinfranken van Franken, Childebert I (I2817)
 
297 K?nig der Rheinfranken van Franken van Keulen, Chlodwig (I2818)
 
298 K?nig der Th?ringer. Van Thuringen, Erpes (I2840)
 
299 K?nig der Th?ringer. Van Thuringen, Hoger (I2841)
 
300 K?nig der Th?ringer. Van Thuringen, Merwig II (I2842)
 

      «Vorige «1 ... 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ... 12» Volgende»