Aantekeningen
Treffers 451 t/m 500 van 582
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
451 | raad, schepen | Hooij, Jacob (I741)
|
452 | raad, schepen | Pruijs, Teunis (I1271)
|
453 | raad, schepen, burgemeester | de Graaf, Jacob (I576)
|
454 | raad, schepen, burgemeester, diaken | der Kinderen, Frederik (I914)
|
455 | raad, schepen, diaken | Nagel, Rutger (I1125)
|
456 | raad,schepen,diaken | Vedder, Pieter (I1571)
|
457 | Rector van de Latijnse School te Lochem en Arnhem | Waardenburg, Everhard (I1737)
|
458 | Rentmeester van graaf floris van holland 1277-1284 | van Schipliede, Coppaert (I2668)
|
459 | REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE HOFSTAD VAN DER WATERINGE, 1299-1770 http://www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-thijs/I831.php | van Dijck (Heemskerck), Gerrit Jansz (I2335)
|
460 | Ridder, Heilige Geestmeester van ?s Gravenhage, genoemd in 1421. | van der Woert, Dirck IJsbrantsz (I2673)
|
461 | Ruim 5 jaar oud overleden aam galkoorts en kinkhoest | Waardenburg, Klaasje (I3114)
|
462 | schepen nog vermeld 1696 | Teuling, Hendrick (I1517)
|
463 | schepen | Bekbergen, Aart (I87)
|
464 | schepen | Jorissen, Dirck (I878)
|
465 | schepen | de Ruijter, Ellert (I1347)
|
466 | schepen 1662-1663 stamvader van Halteren | van Halteren, Aert Wouters (I630)
|
467 | schepen, diaken, ouderling, kerkmeester | van Halteren, Zeger (I624)
|
468 | schepen, burgemeester, kerkmeester, hoogheemraad | Coenen, Coenraad (I314)
|
469 | schepen, burgemeester, lid gem.bestuur, diaken, ouderling | Pruis, Jacob (I1276)
|
470 | schepen, diaken | Heeck, Pieter Dircksen (I650)
|
471 | schepen, diaken | Heek, Frans (I656)
|
472 | schepen, diaken | Nagel, Claas (I1126)
|
473 | schepen, diaken, ouderling | der Kinderen, Meijndert (I915)
|
474 | schepen, diaken, ouderling | Segersz, Rijck (I1410)
|
475 | schepen, hoogheemraad | Wildeman, Jan (I1921)
|
476 | schepen, ouderling nog vermeld 1721 | Nagel, Ruth (I1124)
|
477 | schepen, ouderling | Coen, Meijns Meijnsz (I312)
|
478 | schepen, ouderling | Huijgen, Gerrit (I780)
|
479 | schepen, ouderling, diaken | Hagen, Claes Aelten (I617)
|
480 | schepen, ouderling, hoogheemraad | Felbier, Francois (I491)
|
481 | schepen, ouderling, hoogheemraad | Huijgen, Henricus (I777)
|
482 | Schwager Chloderichs. (zwager van Clod?ric), dit personage waarvan de naam misschien Agilulf was, stamde af in de vrouwelijke lijn van een koning Agilulf der Suaven, gestorven in 458, we veronderstellen dat hij een broer was van ??n van de vrouwen van Clod?ric, koning te Keulen. | van Beieren, Agiulf (I2769)
|
483 | Schwager Chloderichs. (zwager van Clod?ric), dit personage waarvan de naam misschien Agilulf was, stamde af in de vrouwelijke lijn van een koning Agilulf der Suaven, gestorven in 458, we veronderstellen dat hij een broer was van ??n van de vrouwen van Clod?ric, koning te Keulen. | Agiulf (I2876)
|
484 | Sipkje kreeg de achternaam van haar moeder en is later ook door haar vader aangenomen. Ook wel Wadenburgh genoemd. | Waardenburg, Sipkje Ulbes (I1738)
|
485 | Slag bij Warns (Grutte Pier!) | van der Woert, Jan Gheraertsz (I2678)
|
486 | Sluiswachter aan de Boonersluis | Bregman, Joris Ariens (I3010)
|
487 | Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenb?ttel (Wolfenb?ttel, 20 februari 1594 - Arnhem, 23 januari 1642), gravin van Spiegelberg, was een dochter van hertog Hendrik Julius van Brunswijk-L?neburg en Elisabeth, prinses van Denemarken. Op 8 juni 1607huwde ze Ernst Casimir van Nassau-Dietz, waardoor zij ook de titel gravin van Nassau-Dietz verkreeg. Bij haar man kreeg ze de volgende negen kinderen: doodgeboren dochter (1608) doodgeboren zoon (1609) naamloze zoon (1610-1610) Hendrik Casimir I van Nassau-Dietz (1612-1640) Willem Frederik van Nassau-Dietz (1613-1664) Elisabeth (Leeuwarden, 25 juli 1614 - Leeuwarden, 18 september 1614) Johan Ernst (Arnhem, 29 maart 1617 - mei 1617) Maurits (Groningen, 21 februari 1619 - Groningen, 18 september 1628) Elisabeth Friso (Leeuwarden, 25 november 1620 - Groningen, 20 september 1628) Zij is bekend door het opvallende portret als "caritas" in de collectie van Rijksmuseum Paleis het Loo. | Brunswijk-Wolfenb?ttel, Sophia Hedwig (I2921)
|
488 | Stamboom Albertine Agnes van Oranje-Nassau (1634-1696) Grootouders Willem I van Oranje-Nassau (1533-1584) Willem de Zwijger x 1583 Louise de Coligny (1555-1620) Johan Albrecht I van Solms-Braunfels x Agnes van Sayn-Wittgenstein Ouders Frederik Hendrik van Oranje-Nassau (1584-1647) x 1625 Amalia van Solms (1602-1675) Albertine Agnes van Oranje-Nassau (1634-1696) x 1652 Willem Frederik van Nassau-Dietz (1613-1664) Kinderen Amalia (1655-1695) x Johan Willem van Saksen-Eisenach (1666-1729) Hendrik Casimir II (1657-1696) x 1683 Amalia van Anhalt-Dessau (1666-1726) Kleinkinderen Johan Willem Friso (1687-1711) Albertine Agnes van Nassau (Den Haag, 9 april 1634 ? Oranjewoud, Friesland, 24 mei 1696), was de vijfde dochter van stadhouder Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Via haar stamt het huidige Nederlandse koningshuis af van Willem van Oranje. Albertine Agnes trouwde in 1652 met Willem Frederik van Nassau-Dietz (1613-1664). Uit dit huwelijk werden geboren: Amalia (1655-1695), gehuwd met Johan Willem van Saksen-Eisenach (1666-1729) Hendrik Casimir II (18 januari 1657 ? 25 maart 1696), gehuwd met Henri?tte Amalia van Anhalt-Dessau (1666-1726) Na de dood van haar man Willem Frederik in 1664 werd ze in Friesland regentes voor haar zoon Hendrik Casimir II. Tijdens het regentschap moest Albertine Agnes in 1672 het hoofd bieden aan de aanvallen van Bernard von Galen, de bisschop van M?nster. | van Nassau, Albertine Agnes (I2923)
|
489 | stamvader Heuveling | Heuveling, Michiel Berents (I708)
|
490 | stamvader Huijgen nog vermeld 1696 | Huijgen, Claes Cornelisz (I784)
|
491 | Stamvader Koelewijn Spakenburg nog lidmaat in 1662 | Koelewijn, Reijer Dirks (I931)
|
492 | stamvader Muijs nog vermeld in 1799 | Muijs, Abram Claesz (I1114)
|
493 | stamvader ter Beek | ter Beek, Beerent Jansz (I81)
|
494 | Stamvader ter Haar Bunschoten | ter Haar, Jan (I2055)
|
495 | Stamvader van de naam Pieter | Pieters, Pieter (I1240)
|
496 | stef [s.waardenburg1@chello.nl] http://gw.geneanet.org/waard871 | Waardenburg, Stephanus (Stef) (I1695)
|
497 | Stephanus Jacobus de Bock, geboren in 1721 in Sas van Gent. Stephanus Jacobus is overleden in 1793, 71 jaar oud. Hij trouwde op 25 jarige leeftijd in 1747. Het huwelijk werd aangegaan met: Johannis Hendriks van Soelen. Johannis Hendriks is overleden in 1795 in Steenwijk. Hij overleed waarschijnlijk in 1799 te Steenwijk. Op 17-08-1726 was hij wees en werd eerst opgevoed door een zekere P. Gestelt(?). En daarna werd hij opgevoed door zijn grootvader de Swarte. Zijn vader was Jacobus de Bock deze maakt op 08-12-1724 een testament op 15-01-1721 is hij weduwnaar gehuwd met Susanna de Swarte. Zijn oom Aarnout woont in Middelburg en is ook voogd over Stephanus. Deze oom Aarnout geeft Stephanus een apothekersopleiding (23-04-1735) In 1747 komt hij naar Steenwijk nadat hij zijn artsen examen heeft behaald in Utrecht. In het Album promotorum van de rijksuniversiteit te Utrecht staat vermeld dat hij zich liet inschrijven op 27-Juni-1746 onder Rector: Franciscus Burmannus. Huwelijk, Kinderen, Overlijden In 1747 trouwt hij met Johanna Hendrika van Soelen. In mei 1747 wordt het huwelijk geproclameerd in Steenwijk. Maar het huwelijk vindt er dus niet zelf plaats. Meestal vond het huwelijk plaats in de gemeente waar de bruid woonde. Maar onbekend is waar Johanna Hendrika van Soelen vandaan komt misschien gewoon ook uit Zeeland. Zij krijgen 7 kinderen Aarnoud, Maria, Sussanna, Stephanus Gerhardus, Jacobus Wilhelmus, Rokelina Sara, Wilhelmus Johannus en Rokelina Sara. Naar alle waarschijnlijkheid overlijd in 1799 Stephanus in Steenwijk en het jaar erop overlijdt Johanna te Steenwijk (in 1800). Mediciene Doctor In 1747 komt Stephanus naar Steenwijk toe. Hij heeft net zijn artsen examen behaald in Utrecht. Van oorsprong komt hij uit Zeeland (SA137). Hij wordt aangetrokken door de magistraat van Steenwijk en er werd hem, volgens Stephanus althans, beloofd een jaar contract van 125 guldens (dit zijn 'goudguldens' of 'carolingische guldens'). Daarover ontstaan nog datzelfde jaar problemen, want het eerste jaar ontvangt hij 25 gg (SA 184) in 1748 en het jaar erop geen cent. Althans niet van het stadsbestuur, wel natuurlijk van de pati?nten. Het jaar daarop (1749) weer 25 gg. Volgens mij rond 1751 kruipt Stephanus in de pen om het conflict te beslechten. Dat levert hem in elk geval iets op. In dat jaar krijgt hij uitbetaald 50 gg voor het jaar 1748. Op 14 juli 1752 doet Hermen Jordens een uitspraak dat Stephanus niet meer dan 50 gg per jaar kan krijgen als jaartractement. In dat jaar krijgt hij met terugwerkende kracht 100 gg terug voor de jaren 1749 en 1750. Vanaf dat jaar krijgt hij 50 gg per jaar (SA 184-186). Op 5 juni 1753 doet hij nog een poging om zijn gelijk te halen en schrijft zijn hele verhaal naar "Mevrouw de Prinsesse Douaniere van Orange en Nassau", maar zonder resultaat. Er worden twee argumenten aangedragen: 1) men heeft hem nooit een jaarcontract voor dit bedrag beloofd 2) de stad heeft er geen geld voor ivm de slecht stads financi?n. Wat hij aan medicijnen declareert is trouwens niet veel. In 1773 voert hij 3 gg op en in 1779 8 gg en 14 stuivers. In 1780 wordt hij bijgestaan door een stads vroedvrouw (zij krijgt een jaarcontract van 40 gg). De uitbetaling loopt tot 1 november 1784. Rond deze tijd vertrekt Stephanus naar Rijswijk (wat blijkt uit de verkoop van hun woningen begin december 1784, (GA 86-88)). Bestuurlijke malaise Het steenwijkse stadsbestuur staat voor 1750 erg slecht bekend. Het was een grote kliek vriendjes politiek. In toenemende mate nam dan ook de spanning toe tussen de Magistraat en de bevolking. In de stadsinemoralien (SA 10 )wordt daar uitgebreid verteld over de oproer, de gevangenneming van enkele lieden waarvan er zelfs een overlijdt en de bestuursomwenteling die daarop volgt. Op 28 juli 1750 vindt die omwenteling plaats. Stephanus is daar bij betrokken hoewel hij geen hoofdrol heeft gespeeld. In dat jaar wordt hij gekozen als een 'gemeensman' (SA 68 ), een kleine bestuurlijke functie. Burgerschap Men wilde binnen de stadsmuren natuurlijk geen gespuis of mensen met vreemde ziektes. Ook kon je niet zomaar rekenen op bescherming die een stad bood. Om in een stad te kunnen wonen diende men zich dan ook in te kopen. Je had niet direct allerlei rechten Daarvoor had je eigenlijk twee statussen. Het Klein Burgerschap dat was een soort tijdelijke verblijfsvergunning Je betaalde daar 35 gg voor. Dan had je nog het Groot-.Burgerschap, een soort vaste verblijfsvergunning. Dat kon je ook kopen voor 35 gg. Eerst kon men het Klein Burgerschap verkrijgen en pas na een jaar kon men het Groot Burgerschap kopen, als men zich goed had gedragen en de geen schulden had gemaakt. Als je in Steenwijk was geboren kreeg je automatisch het Groot-Burgerschap Stephanus de Bock kreeg op 6 februari 1751 uit verdienste voor zijn aandeel in de bestuurswisseling het Groot Burgerschap voor hemzelf en zijn vrouw voor niets. (SA 62 ). Burgemeester Vanaf 1755 t/m 1776 wordt Stephanus elk jaar weer gekozen tot (een van de) burgemeesters van Steenwijk. Deze functie is vergelijkbaar die van een huidige wethouder. Een van de burgemeesters hield toezicht op bouwaanvragen of hield bouwprojecten in de gaten. Elk jaar werd een van hen aangewezen tot 'bouwmeester'. In 1776 had Stephanus deze functie. Wonen Stephanus heeft vanaf 1747 tot 1784 en waarschijnlijk weer in 1799 gewoond in Steenwijk. In het gerichtsarchief (GA 086-088) van Steenwijk blijkt dat zij in begin dec 1784 twee huizen verkopen. Te weten : 1) een woning in de Gasthuisstraat waar oa 3 gg pacht over werd betaald, dat komt dus overeen met de woning 'Westerclugt nr 11' (SA 256) uit de Kapittel Rekeningen. Deze Woning hebben gekocht van A. Vedder. Vroeger had men nog geen offici?le huisnummers of straten. Om een woning aan te duiden zei men dat is het huis van Jan die van Piet is geweest : 'Piet modo Jan'. In de Capittel Rekeningen staat "No 11 Burgemeester A. Vedder modo Burgemeester De Bock". Dit zal hetzelfde huis zijn als die welke uit de volkstelling in 1747 naar voren komt. In 1747 woont hij met zijn vrouw, zoon Arnoldt en ook een meid die Willeminne heet, in de Gasthuisstraat. Vanaf de Markt gezien aan de linkerkant, misschien wel de negende woning (SA 72 ) ? Een exactere Plaatsbepaling is niet te maken. Dit huis Werd verkocht voor 460 goudguldens en 28 stuivers aan burgemeester Ten Wolde. 2) een 'Hof buiten de Oosterpoort' vrij van pacht, werd verkocht aan 'de Heer Burgemeester Tuttel' voor i~o goudguldens en 20 stuivers. Dit huis vindt je dus ook niet in de Capittel Rekeningen Erfenis, Testamenten Op 9 nov. 1782 maken Stephanus en Johanna een langstlevende testament op. Omdat een vrouw geen rechtspersoon was in die tijd wordt zij 'gesterkt' door Cornelis Holemans. Zij vernietigen de voorgaande testamenten zonder dat een aanwijzing wordt gegeven waar of wanneer deze voorgaande testamenten zijn te vinden. In het testament wordt aangehaald dat alle mobiele en immobiele goederen, goud, zilver, kleinoden, obligaties, acti?n en kredieten onder het testament vallen (SG). Bezittingen In 1750 heeft Stephanus 1 paard (SA 368 ). Vanaf 1752 heeft het gezin ook vee lopen op de Meente. In dat jaar hebben zij 1 paard, 3 koeien, 1 pink en een schuur (een 'opslag'). Daarvoor betaalden zij belasting, nl 1 gg en 17stuivers. Vanaf 1755 hebben ze 2 paarden, dat is ook veel makkelijker als je met zijn beiden weg moet. Voor details zie schema SA 92. Het aantal koeien en pinken wisselt met het jaar. Tot het jaar 1766 betaalt hij belasting hierover. Waarom hij de jaren erna er geen belasting meer betaald is mij een raadsel ik verwacht namelijk niet dat hij het vee allemaal heeft weggedaan. Kerk Stephanus de Bock en Johanna Hendrika van Soelen behoren tot de Ware Christelijke Gereformeerde Gemeente te Steenwijk. In 1751 is hij 'tijdelijke diacone'(SG 435, acte nr. 522). Hij treedt dan op als rechtspersoon van de kerk bij de overdracht van een stuk grond. In 1752 is hij 'diacone' van de kerk, en wederom betrokken bij de overdracht van een stuk grond (SG 435, actenr 529). In de jaren erna treedt hij niet meer als zodanig op, mogelijk omdat hij nu zelf bij de rechtbank werkt als keurnoot. Keurnoot Vanaf 1755 is Stephanus een 'keurnoot', dwz hij is getuige bij de akten die gemaakt worden. Dit kon trouwens iedereen zijn. Het vergde geen speciale kennis of opleiding. In Steenwijk is het altijd een van de burgemeesters die deze taak op zich neemt. Zo maakt hij de acte als Trijntje Doornbosch (zijn toekomstige schoondochter) een aardig vermogen erft van Gilles Bartholdus van Randen, later vermaakt Gilles alles aan haar over. Ook die acte wordt opgesteld door Stephanus. Hij heeft dus weet van haar vermogen. Zijn laatste optreden als Keurnoot is in juni 1784. Functies In 1748 krijgt hij de functie 'broodwegeren' samen met Br Alb. Telsink en Willem Hogeland (SA 10 ). In 1750 is hij gemeensman. In 1755 wordt hij gekozen tot 'Borgemeester'. Deze functie had Stephanus in 1775 tm 1776. In 1751 en 1752 is hij ook 'diacone' van de Ware Gereformeerde Christelijke Gemeente te Steenwijk (SG 435). Vanaf 1755 treedt hij vaak op als keurnoot van de rechtbank van Steenwijk. Dit blijft hij doen tot juni 1784. | de Bock, Stephanus Jacobus (I164)
|
498 | Stierf in het kraambed na de geboorte van zoon Everhard | Deketh, Catharina (I353)
|
499 | Taco Ludigman was een figuur uit een sage betreffende de geschiedenis van Friesland. Voor zijn waarachtige historiciteit bestaan geen contemporaine bronnen, noch zijn er munten of andere archeologische bewijzen. De sage omvat de volgende onderdelen: Ludigman (gekozen ongeveer 830) zou de tweede potestaat van Friesland zijn geweest. Taco of Focko Ludigman was potestaat van Friesland in de laatste periode van de regering van Lodewijk de Vrome. Tijdens het Lotharingsch opperbestuur is hij opgevolgd door Adelbrik Adelen, van Sexbierum.Taco Ludigman was een figuur uit een sage betreffende de geschiedenis van Friesland. Voor zijn waarachtige historiciteit bestaan geen contemporaine bronnen, noch zijn er munten of andere archeologische bewijzen. De sage omvat de volgende onderdelen: Ludigman (gekozen ongeveer 830) zou de tweede potestaat van Friesland zijn geweest. Taco of Focko Ludigman was potestaat van Friesland in de laatste periode van de regering van Lodewijk de Vrome. Tijdens het Lotharingsch opperbestuur is hij opgevolgd door Adelbrik Adelen, van Sexbierum | von Ludigman, Taco (I2354)
|
500 | Thetburga's naam wordt ook geschreven als Tydburg, Tietburg, Thetburg, Tetburga, Tetburg of Tette (de Friese naam Tiete). Volgens een zeer twijfelachtige vermelding in de vijftiende-eeuwse kroniek De origine et Rebus gestis Dominorum de Brederode (Over de oorsprong en de daden van de heren van Brederode) van Johannes a Leydis was zij een dochter van de zesde Friese potestaat Gozewijn (ook wel Gooswijn of Goswinus) van Staveren (989-1000).[1] Thetburga ontmoette haar toekomstige echtgenoot Siegfried van Holland (Sicco) in Kastrichem (Castricum). Siegfried van Holland was de jongere broer van Dirk III, en de zoon van Arnulf van Gent en Lutgardis van Luxemburg. Hun huwelijksplannen vielen niet in goede aarde bij graaf Dirk III van Holland (-27 mei 1039). De toch al gespannen verhoudingen tussen beide broers werden hierdoor nog verder onder druk gezet. Als reden wordt opgegeven het grote standsverschil. Uiteindelijk werd het geschil bijgelegd en het huwelijk voltrokken. Thetburga werd twaalf jaar na haar man in het klooster van Egmond (dat toen nog Hallem of Hallum heette) begraven. Bij archeologisch onderzoek in 1980 [2] werden van de daar aanwezige graven werden haar beenderen onderzocht. Thetburga bleek klein van stuk: 155 cm lang. Ze had een gecompliceerde breuk aan haar elleboog, een heupfractuur, ernstige botontkalking met beenatrofie (verschrompeling door stoornis in de voedselvoorziening).Ze had een athropathie (gewrichtsaandoening) en jicht aan de voeten. Op 8 oktober 1980 werd Thetburga herbegraven. De monniken van het klooster in Egmond bidden in een plechtige mis voor de zielerust van haar en Othilde van Saksen, de vrouw van Dirk III en broer van Siegfried. | Gezin: Siegfried van Holland / Thetburgia von Staveren (F1358328002)
|