Aantekeningen |
- Notities bij Gunderith Van Gepiden
De Gepiden (ook wel Gepidae) waren een Oost-Germaans volk, verwant aan de Goten, dat in de derde eeuw na Christus samen met de Goten in Dacia invallen pleegde.
De naam 'Gepiden' zou afgeleid kunnen zijn van 'Gepanta'; een Gotisch woord voor 'lui' of 'traag', aangezien de Goten geen al te hoge dunk hadden van de alertheid van de Gepiden. De twee stammen bleven dan ook vijanden. De Gepiden woonden oorspronkelijk in Scandinavi?, waarna zij zich aan de Weichsel vestigden. Vandaar trokken zij omstreeks 350 naar het zuiden en bezetten een deel van de Hongaarse laagvlakte.
In 376 werden de Gepiden onderworpen door de Hunnen en leverden zij hulptroepen aan het leger van de Hunnen. De Gepiden werden een gewaardeerd onderdeel van het leger van Attila en zijn Hunnen. Zij vormden bij de slag op de Catalaunische velden (bijTroyes in Frankrijk) in 451 de rechtervleugel van het leger van de Hunnen onder leiding van hun koning Ardarik.
De politiek van de Gepiden geeft een goed beeld van de machtsverhoudingen van die tijd. Na de nederlaag van Attila op de Catalaunische velden werden de Gepiden een belangrijke kracht in het verdrijven van de Hunnen. Samen met de Ostrogoten versloegen de Gepiden onder leiding van hun koning Ardarik de Hunnen in 454 aan de rivier de Nadao, ergens in Pannoni?. Als dank werden ze opgenomen in het Romeinse Rijk, waar zij later door koning Theodorik de Grote weer uit hun gebied verdreven werden (504).
Enkele tientallen jaren later werden de Gepiden praktisch uitgeroeid door aanvallen van Byzantijnen en Avaren. In 565 werden de Gepiden als volk vernietigd door de Longobarden, Cunimund was toen hun koning.
In 600 maakte een Byzantijnse generaal nog melding van enkele kleine nederzettingen bewoond door Gepiden en in 626 hebben de Gepiden nog deelgenomen aan de aanval van de Avaren op Constantinopel.
|