Aantekeningen
Treffers 101 t/m 150 van 591
| # | Aantekeningen | Verbonden met |
|---|---|---|
| 101 | diaken, ouderling lijst huisgeld 1675 | Dirks, Joris (I379)
|
| 102 | diaken, ouderling nog vermeld in 1759 | Heuveling, Gerret (I709)
|
| 103 | diaken, ouderling | van Diermen, Ariaan (I359)
|
| 104 | diaken, ouderling | van Oldenaller, Lambert (I1144)
|
| 105 | diaken, ouderling, hoogheemraad | van Halteren, Evert (I629)
|
| 106 | Dominee G. (George) A. Waardenburg, die ongeveer dertig jaar geleden predikant was van de Hervormde Gemeente van Nieuw- en Sint Joosland. Hij werd geboren in 1918. Na zijn theologische studie aan de rijksuniversiteit in Utrecht was hij van 1942 tot 1943 hulpprediker (thans noemt men dat vicaris) van de Hervormde Gemeente van Enschede. Na in 1943 te zijn toegelaten tot de evangeliebediening werd kandidaat Waardenburg op zondag 14 mei 1944 bevestigd als predikant in zijn eerste gemeente Nieuw- en Sint Joosland (classis en ring Middelburg). In 1948 vertrok hij naar Emmer-Compascuum (classis en ring Emmen). Sinds 8 juni 1958 dient hij, samen met dominee J.A. van Duijne (van 1954 tot 1964 hervormd predikant te Souburg), de Hervormde Gemeente van Rheden (classis Arnhem, ring Dieren). Dominee G.A. Waardenburg is een kleinzoon van wijlen dominee H. (Herman) Waardenburg, die van 1896 tot 1905 predikant was van de Hervormde Gemeente van Serooskerke op Walcheren. | Waardenburg, George Albert (I3316)
|
| 107 | Doodgeboren | Onsman, NN (I1158)
|
| 108 | Doopboek Herv. gem. Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- en begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 256, aktenummer 2587 Gemeente: Franeker Periode: 1649-1690 | van Weerdenburgh, Hessel (I3470)
|
| 109 | Doopboek Waardenburg en Neerijnen: Op den 18 Augusti heeft den soon van Pieter Claessen den christelijcken doop ontfangen genaempt Pieter getuygen Hendrick Caerle met de beste moeder van t kint N. Mogelijk is dit de vader. Dan zou hij gedoopt zijn op 18 augustus 1639 te Waardenburg bron: http://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=1248&type=source | van Weerdenburgh, Pijter Pijters (I1881)
|
| 110 | Doopboek Waardenburg en Neerijnen: Op den 18 Augusti heeft den soon van Pieter Claessen den christelijcken doop ontfangen genaempt Pieter getuygen Hendrick Caerle met de beste moeder van t kint N. Mogelijk is dit de vader. Dan zou hij gedoopt zijn op 18 augustus 1639 te Waardenburg bron: https://www.onsvoorgeslacht.nl/wp-content/plugins/typify-databank/download.php?item_id=3132 pag.12 | Claessen, Pieter (I3609)
|
| 111 | Door de zalmvisserij is Kralingse Veer beroemd geworden. In het midden van de achttiende eeuw valt te spreken van een professionele aanpak en van handel in zalm. Er was een marktgebouw, een afslag zodat de vis verhandeld kon worden. De afslag stond aan de Schaardijk. Na het jaar 1890 verminderde de zalmvangst. In 1932 werd het afslaggebouwtje gesloopt. Van de oude glorie van Kralingse Veer is helaas niets meer over. | Kind, Jacob (I905)
|
| 112 | Draayer, Dirk Gerrit Dieren (Gelderland), 4 april 1879 - Schiedam, 26 februari 1968 Dirk Gerrit Draayer 1879-1968 Dirk Gerrit Draayer, van 1934 tot 1936 burgemeester van Wormerveer. De jeugdige Draayer was een verdienstelijk wedstrijdzwemmer en zoon van HBS-onderwijzer Willem Draayer en Virgine Lucie Waardenburg. Na de gemeentelijke HBS in Leiden te hebben doorlopen werd hij cadet aan de Koninklijke Militaire academie in Breda. Draayer werd in van 1899 benoemd tot tweede-luitenant der Infanterie van het Nederlands-Indisch leger waarbij hij de verschillende rangen doorliep. Hij vertoefde 12 jaar op Atjeh bij de marechaussee en bij de Topografische Dienst. Na een pauze van acht maanden in Nederland vanaf 1925 werd hij aangesteld als commandant van Djambi en Palembang. Een kort verslag van een actie in Atjeh, opgetekend in het Leidsch Dagblad van 16 juli 1903: ,,Uit Kotta-Radja werd 15 juni 1903 gemeld: De eerste luitenant der infanterie D.G. Draayer overviel in Paja-pangkat, een bende onder Tjoet Moehamad. Negen vijanden werden neergelegd; drie geweren, model 1895, ledergoed en munitie buit gemaakt. Tijdens enige patrouilles door een detachement onder de tweede luitenant der infanterie L. Dersjant in Daja gemaakt, sneuvelden negentien vijanden; als buit werden vele vuur- en blanke wapens medegenomen. De Europese fuselier Ploeger, algemeen stambooknummer 49216, werd in een prauw op de Woyla-rivier gewond. Hij sprong overboord en verdronk.“ Draayer behoorde tot de oude marechaussees van generaal Van Heutz, waarna hij in 1927 als Generaal-Majoor met pensioen ging. Na zijn terugkeer in Nederland studeerde hij te Leiden, waar hij in 1932 doctoraal examen in de rechten deed. In 1934 werd hij benoemd tot burgemeester van Wormerveer. In 1936 kwam hier een einde aan nadat hij werd benoemd tot directeur-generaal van de Afdeling Werkverschaffing en Steunverlening van het departement van Sociale Zaken. November 1937 heette Draayer een Duitse delegatie welkom in Amsterdam, bestaande uit de gezantschapsraad Feine en van het consulaat-generaal te Amsterdam de consul Jung. Rijksminister Seldte werd vergezeld door de Ministerial-Direktor dr. Engel, Oberregierungsrat dr. Münz, Regierungsrat dr. Hildebrandt, allen van het Rijksministerie van Arbeid, en Ministerialrat Neumann van het Rijksministerie voor Voedselvoorziening. Rijksminister Seldte dankte mede namens zijn reisgenoten voor de vriendelijke ontvangst. ,,Met wat wij in Duitsland op het gebied van werkverschaffing en voedselvoorziening hebben geleerd hopen wij te kunnen begrijpen wat gij ons toont.” Draayer promoveerde in 1938 op het proefschrift getiteld 'De rechtstoestand van de officier bij de Koninklijke Nederlandse Landmacht' tot doctor in de rechtsgeleerdheid. De Führer en rijkskanselier heeft het Kruis van Verdienste van de Duitse Adelaar eerste klasse op 10 augustus 1938 verleend aan de directeur-generaal van de Nederlandse Werkverschaffing, D. G. Draayer. In 1939 maakt Draayer deel uit van een commissie die richtlijnen heeft samengesteld waaraan Journaalfilms in oorlogstijd aan moeten voldoen. Lees het artikel op de website van de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 14 oktober 1939. Op 1 september 1940 werd Dr. Draayer tevens hoofd van de administratie van de Nederlandse Opbouwdienst, een door de Duitsers opgerichte overgangsorganisatie ter ontmanteling van het Nederlandse leger in bezettings- en/of crisistijd. De genoemde dienst moest een verdere stijging van het werkloosheidspercentage, te weten het uitvloeisel van de ontslagen binnen defensie, voorkomen. Het beleid was een voortzetting van een eerder arbeidsverschaffingsbeleid. De Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart voor het bezette Nederlandse gebied benoemde Draayer in augustus 1941 tot burgemeester van Schiedam. Op 15 januari 1942 verordeneerde burgemeester Draayer in het kader van de Luchtbeschermingsdienst, bij gebouwen of percelen in Schiedam behorende stoepen, hekken, kettingpaaltjes en dergelijke obstakels te voorzien van witte verf of van witgeverfde latten. Op 17 februari nam de Duitsgezinde Draayer deel aan een eenpansmaaltijd. E. M. Baerveldt, die de organisatie van de Nederlandse Volksdienst in Schiedam leidt, gaf een uiteenzetting van de dienst; de heer F. Schneider, Ortsgruppenleiter van de Ortsgruppe Schiedam der N.S.D.A.P., sprak het openingswoord. 20 februari 1942 vond een grote manifestatie van het NVV plaats in Rotterdam waar Draayer één van de genodigden was. Ir. A.A. Mussert, leider van de N.S.B., hield in de Rivièra-hal van Diergaarde Blijdorp in tegenwoordigheid van Dr. C. Völckers een rede. 27 juli 1942 volgt een boottochtje naar Schoonhoven. Aan boord van de IJsel I bevonden zich dr. C. Vólckers, Beauftragte van de Rijkscommissaris voor Rotterdam, majoor E. Werner, commandant van de Ordnungspolizei; dr. Jütting, plv. voorzitter van de afd. Rotterdam der N.D.K.; voorts de heren J. Hank, referent bij de Beauftragte; Königs, plaatsvervangend leider van de Sicherheitsdienst; en de Schiedamse burgemeester dr. D. G. Draayer. In Kethel werd op 10 juli 1943 een R.K. School voor Voortgezet Lager Onderwijs voor Jongens en meisjes geopend. Onder andere de burgemeester van Schiedam, dr. Draayer was bij de opening aanwezig. Er werd o.a. landbouwonderwijs voor jongens en huishoudonderwijs voor meisjes gegeven. Met toepassing van de Wet Zuivering Nederlandse Ridderorden 1946 is bij Koninklijk Besluit het lidmaatschap van de Orde van de Nederlandse Leeuw in 1950 ontnomen aan dr. D. G. Draayer In 1962 was D. G. Draayer het oudste lid van Leidens oudste voetbalvereniging ASC. | Draayer, Dirk Gerrit (I3672)
|
| 113 | Ds. Waardenburg overleden Ds. A. W. F. Waardenburg, oud-predikant bij de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland is woensdag 16 augustus op 83-jarige leeftijd te Epe overleden. De begrafenis vindt plaats op de Algemene Begraafplaats Norelbos op zaterdag 19 augustus, met vooraf om 1 uur een rouwdienst in de Goede Herderkerk te Epe, die geleid zal worden door ds. W. Glashouwer, em. pred. der Hervormde Kerk te Driebergen. Alexander Willem Frederik Waardenburg werd op 14 juni 1889 in de Hervormde pastorie te Velzen geboren. Na een opleiding te hebben gevolgd voor zendeling-leraar was hij van 1913-1923 hulpprediker in de Protestantse Kerk in voormalig Nederlands-Indië. Daar leidde hij ook enige tijd Indische voorgangers op. Na zijn terugkeer in Nederland werd hij 27 juli 1924 bevestigd tot predikant in de Vrije Evang. Gem. te Oude Pekela. Vandaar vertrok hij in 1926 naar Wemeldinge, waar hij tot 1930 stond, toen hem emeritaat verleend werd. Daarna heeft hij enige jaren nog de Vrije Evang. Gem. van Oldebroek gediend en werd toen geestelijk verzorger in een rusthuis in Epe, een taak die hij vele jaren verricht heeft. | Waardenburg, Alexander Willem Frederick (I3263)
|
| 114 | Een telg uit de bekende protestantse predikantenfamilie Joha, Thomas Joha (zijn ouders kwamen uit Eupen) was als student in de kost bij de familie Romar in Franeker. In zijn studententijd werd er nogal wat gedronken en geruzied. Meer dan eens werd hij wegens vechten veroordeeld, eenmaal zelfs met een wapen. Het bleef niet bij drinken, want Thomas kreeg een kind bij de veel oudere Maria Louise Romar, dochter van zijn hospes. Dit kind is ongeveer jan. 1772 geboren, maar gegevens zijn tot nu toe niet gevonden. De moeder en vader werden op het matje geroepen bij de kerkelijke autoriteiten. Thomas werd de straf van censuur opgelegd zodat hij 4 maanden niet mocht preken. Maria Louise mocht gedurende een jaar niet aan het avondmaal deelnemen. In 1771 studeerde Thomas af als theoloog en werd in september proponent in de classis Sneek. Van 1771 tot 1773 deed hij dienst als hulpprediker in Huins. Op 7.4.1774 trouwden Thomas en Maria Louisa Romar in Britswerd. | Romar, Maria Louisa (I3116)
|
| 115 | Een telg uit de bekende protestantse predikantenfamilie Joha, Thomas Joha (zijn ouders kwamen uit Eupen) was als student in de kost bij de familie Romar in Franeker. In zijn studententijd werd er nogal wat gedronken en geruzied. Meer dan eens werd hij wegens vechten veroordeeld, eenmaal zelfs met een wapen. Het bleef niet bij drinken, want Thomas kreeg een kind bij de veel oudere Maria Louise Romar, dochter van zijn hospes. Dit kind is ongeveer jan. 1772 geboren, maar gegevens zijn tot nu toe niet gevonden. De moeder en vader werden op het matje geroepen bij de kerkelijke autoriteiten. Thomas werd de straf van censuur opgelegd zodat hij 4 maanden niet mocht preken. Maria Louise mocht gedurende een jaar niet aan het avondmaal deelnemen. In 1771 studeerde Thomas af als theoloog en werd in september proponent in de classis Sneek. Van 1771 tot 1773 deed hij dienst als hulpprediker in Huins. Op 7.4.1774 trouwden Thomas en Maria Louisa Romar in Britswerd. | Joha, Thomas Philippus (I3124)
|
| 116 | Een zuster van Alijt genaamd Baertgen Corssendr van Vliet van der Woerd trouwt 25-6-1527 te Delft met Adriaen Claesz van Adrichem. Dit was een belangrijke familie in Delft, vermoedelijk van wege deze belangrijkheid noemt een kleinzoon van Alijt t.w. Joris Dircx van Dijk zich dan ook van Dijk van Adrichem en zijn nageslacht voert tot op heden alleen de naam van Adrichem | van Dijck, Anthonis Dircxz (I2631)
|
| 117 | eerst Uijl genaamd | Roos, Hendrik (I1342)
|
| 118 | Egbert Scheepstra, Drachten (Smallingerland) 3 december 1848-23 november 1922, los werkman/schipper/balkvlotter, op 22 juni 1873 in Franeker getrouwd met Taetske Ynia, Franeker 21 september 1847-28 september 1874, dochter van Piebe Ynia en Antje Harmanus Brouwer. | Scheepstra, Egbert (I3504)
|
| 119 | Egbert Waardenburg, Franeker 5 september 1845-17 februari 1846 (overleden in schip). Catharina, zonder beroep, beviel in de huizing wijk W.V. nummer 47 in Franeker. De geboorteaangifte werd gedaan door de stadsvroedvrouw van Franeker. Auke de Haan, politiedienaar, was getuige bij de aangifte. Vermelding: onbekende vader (maar gezien de naam Egbert en het feit dat het kind op een schip is overleden, was Melle Egberts de vader). | Waardenburg, Egbert (I1812)
|
| 120 | Elisabeth was de eerste vrouw van Jan VI van Nassau-Dillenburg, zoon van Willem (de Rijke) van Nassau en Juliana van Stolberg. Zij trouwden op 6 juni 1559 op het slot Dillenburg. Uit dit huwelijk werden dertien kinderen geboren Willem Lodewijk (1560-1620), stadhouder van Friesland (1584-1620), trouwde met Anna van Nassau (1562-1588) Jan VII (1561-1623) George (1562-1623) Elisabeth (1564-1611), in 1583 gehuwd met Filips IV van Nassau-Weilburg en in 1603 met Wolfgang Ernst I van Isenburg-Birstein, Juliana (1565-1606) Filips (1566-1595) Maria (1568-1625), gehuwd met Johan Lodewijk I van Nassau-Wiesbaden-Idstein, Anna Sibylla (1569-1576), jong gestorven Mathilde (1570-1625), getrouwd met Willem V, graaf van Mansfeld-Arnstein Albert (1572, datzelfde jaar overleden) Ernst Casimir (1573-1632), Graaf van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland (1620-1632), trouwde in 1597 met Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenbüttel (1583-1642). Via deze lijn stammen de leden van het huidige Nederlands koningshuis af. Lodewijk Gunther (1575-1604) doodgeboren zoon (1579) Na haar dood in 1579 zou Jan VI nog twee maal hertrouwen. | van Leuchtenberg, Elisabeth (I2919)
|
| 121 | emigrated 6 months old to America | Bylsma, Johannes (I308)
|
| 122 | endrik Casimir volgde, aanvankelijk onder voogdijschap van zijn moeder, zijn vader na diens overlijden in 1664 op als stadhouder van Friesland en Groningen. In 1675 verklaarden de Staten van Friesland het stadhouderschap erfelijk voor het huis Nassau-Dietz. Hendrik Casimir II werd daardoor de eerste Friese erfstadhouder. Zoals zijn voorgangers werd hij officier in het leger van de Republiek, maar met zijn neef en opperbevelhebber Willem III van Oranje kon hij slecht overweg. In 1674 liep hij zelfs over naar de Fransen. Hij keerde terug in 1688 tijdens de Negenjarige Oorlog, en in 1689 werd hij tot derde veldmaarschalk in het Staatse leger benoemd. Toen hij na de dood van Waldeck, de eerste veldmaarschalk, in 1692 niet diens positie kreeg toebedeeld, voelde hij zich gepasseerd en nam in 1693 opnieuw ontslag. Hij werd als stadhouder opgevolgd door zijn zoon Johan Willem Friso. | van Nassau-Dietz, Hendrik Casimir II (I2936)
|
| 123 | Erkend bij het huwelijk van haar ouders i n 1835 | Veeling, Regina Deuze (I1573)
|
| 124 | Familienaam van moeder (Waardenburg) gekregen, vader nam die later ook aan. Ook wel Wadenburgh genoemd. | Warenburg (Waardenburg), Dieuwke Ulbes (I3174)
|
| 125 | Ferwerderadeel, huwelijken 1797 Vermelding: Attestatie afgegeven op 20 mei 1797 in Marrum Man : Dirk Jans afkomstig van Marrum Vrouw : Catryna Tiettes afkomstig van Hallum Opmerking : attestatie naar Hallum Lidmatenboek Dokkum, 1806 Man : Durk Jans Vrouw: Catharina Tietes - Op 30 april 1806 zij belijdenis | Gezin: Dirk Jans Cuperus / Catharina Tietes (F1358777866)
|
| 126 | Franeker, dopen, geboortejaar 1761, doopjaar 1761 Geboren op 1 maart 1761 Gedoopt op 1 maart 1761 in Franeker Dopeling: Hendrik Vader: Pytter Hendriks Waardenburg, trompetter Moeder: Claasje Gerryts Gestandaardiseerde namen: Dopeling: HENDRIK of HENDRIKJE Vader: PIETER HENDRIKS WAARDENBURG Moeder: KLAASKE GERRITS Bron: Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmaatboeken (DTBL) Herv. gem. Franeker, doop 1739-1776 Inventarisnr. : DTB 258 Op microfiche beschikbaar op studiezaal Tresoar | Gerrits, Klaaske (I531)
|
| 127 | Franeker, dopen, geboortejaar 1761, doopjaar 1761 Geboren op 1 maart 1761 Gedoopt op 1 maart 1761 in Franeker Dopeling: Hendrik Vader: Pytter Hendriks Waardenburg, trompetter Moeder: Claasje Gerryts Gestandaardiseerde namen: Dopeling: HENDRIK of HENDRIKJE Vader: PIETER HENDRIKS WAARDENBURG Moeder: KLAASKE GERRITS Bron: Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmaatboeken (DTBL) Herv. gem. Franeker, doop 1739-1776 Inventarisnr. : DTB 258 Op microfiche beschikbaar op studiezaal Tresoar | Waardenburg, Hendrik (Henricus) (I1736)
|
| 128 | Franeker, dopen, geboortejaar 1761, doopjaar 1761 Geboren op 1 maart 1761 Gedoopt op 1 maart 1761 in Franeker Dopeling: Hendrik Vader: Pytter Hendriks Waardenburg, trompetter Moeder: Claasje Gerryts Gestandaardiseerde namen: Dopeling: HENDRIK of HENDRIKJE Vader: PIETER HENDRIKS WAARDENBURG Moeder: KLAASKE GERRITS Bron: Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmaatboeken (DTBL) Herv. gem. Franeker, doop 1739-1776 Inventarisnr. : DTB 258 Op microfiche beschikbaar op studiezaal Tresoar | Waardenburg, Pieter Hendriks (I3173)
|
| 129 | Franeker, huwelijken 1760 Vermelding: Ondertrouw op 10 mei 1760 Bruidegom: Pieter Waardenburg afkomstig van Franeker Bruid: Klaaske Gerrits afkomstig van Menaldum Opmerking : wolkammersgezel Gestandaardiseerde namen: Bruidegom: PIETER WAARDENBURG Bruid: KLAASKE GERRITS Bron: Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmatenboeken(DTBL) Ondertrouwregister Gerecht Franeker 1741-1763 Inventarisnr.: DTB 249 Op microfiche beschikbaar op de studiezaal van Tresoar | Gezin: Pieter Hendriks Waardenburg / Klaaske Gerrits (F1387010881)
|
| 130 | Frankensdr | van Adrichem, Frank Arends (I2621)
|
| 131 | Fst. d. Westgoten, Fst. der Terwingen (Westgoten) vor 346, 366 vom Stammesrat zum Richterkönig gewählt.. | Athanarich (I2779)
|
| 132 | Functie Armmeester Functie Bouwman Functie Heilige Geestmeester Functie Kerkmeester Beroep Zetter der schildtalen | van der Marel, Pouwels Cornelisz (I3027)
|
| 133 | Functie Leenheer van Honingen Vermelding Landeigenaar te Kralingen | Bregman, Claes Willems (I3052)
|
| 134 | Functie Schepen van Dorpambacht (Schipluiden) Beroep Welgeboren man van Delfland | de Loose van Dijck (Clapwijk), Jacob Cornelisz (I3014)
|
| 135 | Functie Schepen van Wateringen Beroep Landbouwer | van der Marel, Roeland Pouwelsz (I3033)
|
| 136 | Functie van 1469 tot 1487 Ambachtsbewaarder Kralingen Functie van 1490 Ambachtsbewaarder Kralingen Functie van 1493 Ambachtsbewaarder Kralingen | Bregman, Pieter Claesz (I3051)
|
| 137 | Functie van 1523 tot 1524 Schout van Zegwaart Functie van 1527 tot 1552 Heemraadsbode van Schieland Functie van 1528 Heemraadsbode van Rijnland Functie van 1532 Schout van Hillegersberg en Rotteban Functie van 1537 Schout van Schiebroek Functie van 1539 Baljuw en Schout van Bleiswijk Functie van 1539 Schout van Schiebroek Functie van 1545 Schout van Schiebroek Functie van 1548 Schout van Hillegersberg en Rotteban Functie van 1550 tot 1560 Baljuw en Schout van Bleiswijk | Hoflant, Gerrit Aertsz (I3022)
|
| 138 | Functie van 1576 tot 1579 Armenmeester van Wateringen Beroep Landbouwer | van der Marel, Pouwels Roelandsz (I3031)
|
| 139 | Functie Konsul. Vermelding: Richomer was een Romeinse generaal van Frankische afkomst. In 384 was hij consul en tussen 388 en 393 magister militum van het Oostromeinse leger. Hij was een neef van Arbogast en vermoedelijk ook een bloedverwant van Bauto. In 394 zond keizer Theodosius I het leger uit het oosten (onder bevel van Richomer) ten strijde tegen de troepen uit het westen (geleid door Arbogast). De twee Franken ontmoetten elkaar niet op het slagveld, want Richomer stierf voor de slag aan de Frigidus. Hij werd vervangen door de Vandaal Stilicho. | van Franken, Richomer (I2830)
|
| 140 | Functie Zesde Graaf van Loon: Gerard van Loon Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Ga naar: navigatie, zoeken Gerard van Loon -1191 Graaf van Loon Periode 1171-1194 Voorganger Lodewijk I Opvolger Lodewijk II Vader Lodewijk I van Loon Moeder Agnes van Metz Gerard van Loon was de zesde graaf van het graafschap Loon. Zijn ambtsperiode liep van 1171 tot 1194. Hij was gehuwd met Maria van Gelre, dochter van Hendrik I van Gelre, en nadien met Adelheid van Oberfranken. In 1179 verwoestten troepen van de prins-bisschop van Luik, Rudolf van Zähringen de grafelijke burcht. De graaf werd verplicht het Graafschap Duras aan de prins-bisschop af te staan. Gerard verkoos te verhuizen naar het grafelijk slot te Kuringen, het Prinsenhof dat centraler in zijn gebied lag. Hij stichtte rond 1182 in Kuringen vlakbij zijn residentie, de abdij van Herkenrode. Het grondgebied, in de 13e eeuw ongeveer 3000 ha groot, was eigendom van de graaf. Hij schonk het aan een broeder met de voorwaarde er een klooster voor Cisterciënzerinnen te stichten. Het was het eerste en werd het grootste vrouwenklooster van die orde in de Nederlanden. De graaf liet in Kolmont bij Tongeren een tienhoekige toren met een diameter van 16m bouwen. Gerard nam deel aan de derde kruistocht, onder leiding van keizer Frederik Barbarossa, koning Filips-August van Frankrijk en koning Richard Leeuwenhart van Engeland. Gerard sneuvelde in 1194 in Akko. Zijn gebeente werd teruggebracht naar de abdij van Herkenrode en hij werd er begraven. Meteen werd de abdij de officiële begraafplaats van de graven van Loon. Gerard werd opgevolgd door zijn zoon Lodewijk II van Loon. Gerards jongste zoon Arnold volgde dan weer zijn broer Lodewijk op bij diens overlijden. | van Loon, Garard (I2908)
|
| 141 | Fürst d. gotischen Balten um 175. | Filimer (I2788)
|
| 142 | Fürst der Donau-Sueben. | Hunimund (I2799)
|
| 143 | Fürst der Sueben und Quaden.. | Agiluf (I2798)
|
| 144 | Fürst der Westgoten. | Alaviv (I2783)
|
| 145 | Fürst der Westgoten. | Ararich (I2785)
|
| 146 | Fürst der Westgoten. | Knivida (I2787)
|
| 147 | gallo-romeinse edelvrouwe, haar plaats in de kwartierstaat was boven al bepaald, haar zoon Nizier was bisschop van Lyon van 553-573. | Gezin: Florentinus / Artemia (F1358507306)
|
| 148 | Gart Spiek BU101 | de Graaf, Gerrit (I590)
|
| 149 | Geachte Heer P. Waardenburg, Bij toeval zag ik op genealogie online informatie over Wieger Harings Steenstra (geb 1776 Harlingen). U vermeldt dat deze meneer in 1831 trouwde met Sjoukje Sybouts Visser. Dat is correct. Wat U niet vermeldt is dat Wieger eerder getrouwd was geweest met Ymkje Cornelis; zij woonden in Oosterbierum. In 1800 kregen zij een zoon Haring. Deze Haring Wiegers werd later schoolmeester in Dongjum maar kreeg bekendheid als schrijver van een "Geschiedenis van Friesland". Zijn schrijverij bracht hem niet alleen geluk. Hij verwaarloosde zijn onderwijstaak dermate dat hij ontslag kreeg (ca 1845). Daarna werd het stil rond haring Wiegers; hij leek onvindbaar. Later is gebkeken dat hij in 1847 geemigreerd was naas de VS, waar hij waarschijnlijk in of nabij St Louis heeft gewoond. Zijn oudste zoon Pieter (geboren 1833) werd later hoogleraar in Cambridge. (zie bijv. Gevierde Friezen in Amerika - Een zoon van meester Steenstra; Friese Pers Boekerij leeuwarden 2009) Ik dacht dat U dit wellicht interessant zou vinden Hoogachtend, Piter van der Woude Via Genealogie Online | Steenstra, Wieger Harings (I1470)
|
| 150 | Geachte Heer P. Waardenburg, Bij toeval zag ik op genealogie online informatie over Wieger Harings Steenstra (geb 1776 Harlingen). U vermeldt dat deze meneer in 1831 trouwde met Sjoukje Sybouts Visser. Dat is correct. Wat U niet vermeldt is dat Wieger eerder getrouwd was geweest met Ymkje Cornelis; zij woonden in Oosterbierum. In 1800 kregen zij een zoon Haring. Deze Haring Wiegers werd later schoolmeester in Dongjum maar kreeg bekendheid als schrijver van een "Geschiedenis van Friesland". Zijn schrijverij bracht hem niet alleen geluk. Hij verwaarloosde zijn onderwijstaak dermate dat hij ontslag kreeg (ca 1845). Daarna werd het stil rond haring Wiegers; hij leek onvindbaar. Later is gebkeken dat hij in 1847 geemigreerd was naas de VS, waar hij waarschijnlijk in of nabij St Louis heeft gewoond. Zijn oudste zoon Pieter (geboren 1833) werd later hoogleraar in Cambridge. (zie bijv. Gevierde Friezen in Amerika - Een zoon van meester Steenstra; Friese Pers Boekerij leeuwarden 2009) Ik dacht dat U dit wellicht interessant zou vinden Hoogachtend, Piter van der Woude | Steenstra, Haring (I2018)
|